De Awb schiet te kort: doe een beroep op het Handvest bij een boeteverhoor

Als het gaat om rechtsbescherming tegen een bestuurlijke boete, wordt in veel gevallen een beroep gedaan op artikel 6 van het EVRM. Op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt veel minder een beroep gedaan. En dat is jammer. Het Handvest speelt in toenemende mate een cruciale rol.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering benadeelde partij: Rechtstreekse schade wanneer schade mede gevolg is van handelen politie?

Hoge Raad 5 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:403

Een benadeelde partij kan in het strafproces vergoeding vorderen van de schade die zij door een strafbaar feit heeft geleden als voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden. Voor de beantwoording van de vraag of zo’n verband bestaat, zijn de concrete omstandigheden van het geval bepalend (vgl. HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793, rechtsoverweging 2.3.1).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan er opnieuw conservatoir beslag worden gelegd op een auto, na het terugkopen na de eerste inbeslagneming?

Parket bij de Hoge Raad 22 maart 2022, ECLI:NL:PHR:2022:266

Beklag ex 552a Sv tegen herhaald conservatoir beslag op een auto ex art. 94a Sv. OM-cassatie. Na verkoop door de Domeinen is opnieuw conservatoir beslag gelegd op de auto, die door klaagster na de eerste inbeslagneming was teruggekocht. De AG stelt zich op het standpunt dat het kennelijke oordeel van de rechtbank dat de tweede beslaglegging onrechtmatig was, onjuist is. De conclusie strekt tot vernietiging en terugwijzing.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beslag ex art. 94a Sv: wanneer is sprake van een misdrijf waarvoor een geldboete van de 5e categorie kan worden opgelegd?

Hoge Raad 5 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:507

In het middel wordt geklaagd dat de rechtbank ten onrechte en op onjuiste en/of onbegrijpelijke gronden heeft geoordeeld dat sprake is van verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd zoals bedoeld in art. 94a lid 1 en/of lid 2 Sv aangezien de aan dat oordeel ten grondslag gelegde verdenking(en) van overtreding van art. 1 lid 1 onder a en/of onder b van de Wet op de kansspelen geen (althans niet zonder meer) misdrijven zijn, althans heeft de rechtbank er niet dan wel onvoldoende (begrijpelijk) blijk van gegeven te hebben onderzocht of ten tijde van de beslissing sprake was van een verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, waardoor in ieder geval het oordeel dat sprake is van verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd niet (zonder meer) begrijpelijk is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Beoordelingskader overschrijding redelijke termijn

Hoge Raad 22 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:363

Read More
Print Friendly and PDF ^