Artikel: CTRL+ALT+DEL: De keuring van technische hulpmiddelen

Technische hulpmiddelen worden al decennialang ingezet ten behoeve van de waarheidsvinding. Zo kunnen de autoriteiten tijdens de uitvoering van verschillende bijzondere opsporingsbevoegdheden technische hulpmiddelen inzetten om bijvoorbeeld een plaats op te nemen en de verplaatsing van een goed vast te stellen (art. 126k Wetboek van Strafvordering (Sv)) of om vertrouwelijke communicatie op te nemen (art. 126l Sv). Volgens artikel 126ee Sv worden bij algemene maatregel van bestuur nadere regels vastgesteld, onder andere met betrekking tot de technische eisen waaraan de hulpmiddelen moeten voldoen.1 Om aan deze verplichting te voldoen is per 2007 het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering (Besluit THS) in werking getreden, dat het daarvoor geldende Besluit technische hulpmiddelen bijzondere opsporingsbevoegdheden (Besluit THBO) verving. Voor de inzet van technische hulpmiddelen om geautomatiseerde werken binnen te dringen geldt een ander besluit, namelijk het Besluit onderzoek in een geautomatiseerd werk (Besluit OGW).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Definitie processtuk kan ook interne OM-notitie omvatten

Op 16 februari 2021 wees de Hoge Raad een arrest over de reikwijdte van het begrip ‘processtuk’ in de zin van artikel 149a Sv. Aan de orde was de vraag of een onderdeel van het OM-journaal waarin de beslissing tot het horen van een getuige is genoteerd, aan het procesdossier moest worden gevoegd. Het gerechtshof overwoog: ‘Vooropgesteld wordt dat het bij dit stuk of deze stukken gaat om naar zijn/hun aard interne stukken die om die reden al in beginsel niet aan het procesdossier behoren te worden gevoegd.’ De Hoge Raad ging daar echter niet in mee en oordeelde: ‘Bepalend is dus niet primair de aard van het stuk, maar de relevantie daarvan voor de ter terechtzitting door de rechter te nemen beslissingen.’

Read More
Print Friendly and PDF ^

Overwegingen HR m.b.t. EHRM-rechtspraak over het horen van deskundigen

Hoge Raad 13 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1198

Een verzoek tot het oproepen en het horen van een deskundige moet in de regel door de verdediging worden gemotiveerd. Daarbij mag van de verdediging worden verlangd dat wordt toegelicht welke onderdelen van het verrichte onderzoek en/of van de over dat onderzoek opgestelde of afgelegde verklaring zij wil (doen) toetsen door middel van het horen van de deskundige. Daarbij kan van belang zijn dat de verdediging ook toelicht waarom daarvoor het oproepen en horen van de deskundige nodig is en niet een andere wijze van toetsing in aanmerking komt. Het vorenstaande geldt ook als een verzoek wordt gedaan tot het oproepen en horen als getuige van een opsporingsambtenaar die technisch opsporingsonderzoek heeft verricht, dat wil zeggen opsporingsonderzoek waarvoor een zekere mate van specifieke of bijzondere kennis is vereist.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ook ontbonden maatschap kan verzoek ex art. 530 Sv met succes indienen

Rechtbank Gelderland 25 juli 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:3909

In deze zaak is een verzoekschrift ex art. 530 lid 2 Sv ingediend inhoudende het verzoek tot toekenning van een vergoeding voor gemaakte kosten rechtsbijstand van €3.755,88. Omdat de rechtspersoon op 22 juni 2021 is ontbonden is de officier van justitie van oordeel dat verzoeker, de maatschap, niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat door het ontbinden van de maatschap de rechtspersoon gelijkgesteld kan worden met een overleden verdachte. De economische raadkamer is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat de kosten rechtsbijstand zoals verzocht kunnen worden toegewezen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HvJ EU verduidelijkt de strekking van de voorwaarde van dubbele strafbaarheid in het kader van een EAB

HvJ EU 14 juli 2022, C-168/21 (KL)

Dubbele strafbaarheid houdt in dat een gedraging zowel in de uitvaardigende lidstaat van een EAB als in de uitvoerende lidstaat een strafbaar feit oplevert. Perfecte overeenstemming tussen de bestandsdelen van het strafbare feit in beide lidstaten is echter niet vereist. De rechterlijke autoriteiten van de uitvoerende lidstaat hoeven niet na te gaan of de schending van het door het recht van de uitvaardigende lidstaat beschermde rechtsbelang ook naar het recht van de uitvoerende lidstaat een bestandsdeel van het strafbare feit vormt. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Franse rechter.

Read More
Print Friendly and PDF ^