Hof: streep door vertragingstactiek strafrechtadvocaten

Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep twee verdachten veroordeeld voor het inzetten van illegale werknemers bij bouwklussen en het op die manier behulpzaam zijn van deze werknemers bij hun illegaal verblijf in Nederland. Op de zitting waar de zaken inhoudelijk werden behandeld vroegen de advocaten om vijftien getuigen te horen. Een aantal van deze getuigen had over de verdachten belastende verklaringen afgelegd. Normaalgesproken heeft de verdediging het recht om zulke getuigen te ondervragen. In dit geval wees het hof de verzoeken af, omdat bij het plannen van de inhoudelijke behandeling van de zaak door de verdediging te kennen was gegeven dat zij geen getuigen wilde horen. De verdediging had geen goede argumenten waarom zij van mening was veranderd. Het hof kiest voor deze strenge benadering omdat deze werkwijze van advocaten recent vaker voorkomt en funest is voor de kwaliteit en de effectiviteit van de strafrechtspleging. 

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor handelingen strijdig met CITES: overwegingen over zelfstandig opzetvereiste bij feitelijk leidinggeven

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 februari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:393

Verdachte heeft feitelijk leiding gegeven aan het medeplegen van het binnen het grondgebied brengen van de Europese Gemeenschap en de handel in en het bezit van een grote hoeveelheid (producten van) planten en dieren, behorende tot beschermde uitheemse soorten, genoemd in bijlage A, B, C of D van de CITES-basisverordening, opzettelijk begaan door een rechtspersoon. Ook heeft de verdachte feitelijk leiding gegeven aan het medeplegen van het handelen in valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, opzettelijk begaan door een rechtspersoon.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor deelname aan criminele organisatie die PGB-fraude pleegde, valsheid en beïnvloeden van getuigen. Geen strafvermindering vanwege "trial by media".

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 26 januari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:243

Door de verdediging is aangevoerd dat sprake was zo een zogenaamde ‘trial by media’, hetgeen dient te leiden tot strafvermindering. Een beroep op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan afstuiten op de omstandigheid dat openbaarmaking van de persoonlijke gegevens een voorzienbaar gevolg is van het eigen handelen van de betrokkene, in het bijzonder wanneer dit een ernstig strafbaar feit betreft. Het hof is van oordeel dat in casu hiervan sprake is. De verdachte had kunnen en moeten weten dat haar handelen, het frauderen met PGB-budgetten middels een zorgbedrijf, voor media-aandacht zou kunnen zorgen. Wat er verder ook zij van een mogelijke schending van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte als gevolg van deze media-aandacht, stuit een beroep van verdachte op deze schending in dit geval af op het hiervoor overwogene, zodat strafvermindering in dit verband in beginsel niet aan de orde is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM ontvankelijk in vervolging gemeente: beheer riolering geen exclusieve bestuurstaak en dus komt geen strafrechtelijke immuniteit toe

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 januari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:281

Het OM is ontvankelijk in de vervolging van een overheidslichaam (gemeente), nu aan de verdachte geen strafrechtelijke immuniteit toekomt. Het gaat om het beheer van de riolering, wat geen exclusieve bestuurstaak van een gemeente is. Er volgt vrijspraak van het primair tenlastegelegde (mede)plegen van art. 158 Sr en van het subsidiair tenlastegelegde (mede)plegen van art. 171 Sr. Op het moment suprême was verdachte op geen enkele wijze betrokken bij het door medeverdachte eigenmachtig plegen van het tenlastegelegde. Ook was dit eigenmachtig optreden voor verdachte niet voorzienbaar.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OVAR door ten laste leggen generalis i.p.v. specialis

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 29 november 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4569

Verdachte heeft aan de verplichting tot het op eerste vordering ter inzage geven van het vaartijdenboek geen gevolg gegeven. Op grond van artikel 48, eerste lid, van de Binnenvaartwet kan daarvoor een bestuurlijke boete worden opgelegd. Alleen in het geval er sprake is van het (mogelijke) gevaar of dreigende gevaar voor de openbare veiligheid is er sprake van een strafbaar feit, zijnde een overtreding. De regeling van artikel 46 juncto 49 van de Binnenvaartwet vormt een systematische specialis van artikel 184 Wetboek van Strafrecht. In de onderhavige zaak leidt dit ertoe dat nu artikel 184 Sr ten laste is gelegd, het bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert en dat het hof de Verdachte ontslaat van alle rechtsvervolging.

Read More
Print Friendly and PDF ^