HR herhaalt overwegingen m.b.t. ambtshalve toetsing van de verjaring in cassatie
/Hoge Raad 12 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:839
De feiten zijn volgens de tenlastelegging begaan in de periode van 1 januari 2005 tot en met 21 november 2010. Op grond van artikel 70 lid 1, aanhef en onder 2º, in samenhang met artikel 72 lid 2 Sr beloopt de verjaringstermijn in dit geval ten hoogste twee maal zes jaren. Het hof heeft geoordeeld dat het recht tot strafvervolging is verjaard voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 19 augustus 2006. De cassatieschriftuur die op 22 juli 2019 namens de verdachte is ingediend, bevat geen klacht met betrekking tot de verjaring in de periode nadat het hof de bestreden uitspraak heeft gewezen.
Read More