HR herhaalt overwegingen m.b.t. gevallen waarin afstand van rechtsbijstand kan worden gedaan
/Hoge Raad 26 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:110
rtikel 6 lid 3, onder c, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden kent de verdachte het recht toe om zichzelf te verdedigen dan wel zich te laten bijstaan door een advocaat. Die verdragswaarborg komt ook tot uitdrukking in het Wetboek van Strafvordering. Op grond van artikel 28 Sv is de verdachte bevoegd zich te doen bijstaan door een gekozen of aangewezen raadsman. In een aantal gevallen schrijft het Wetboek van Strafvordering voor dat aanwijzing van een raadsman plaatsvindt indien de verdachte geen raadsman heeft, onder meer als de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt of heeft bevonden (artikel 40 Sv).
Read More