Raadsman heeft één schriftuur ingediend voor straf- en ontnemingszaak: bevat schriftuur in ontnemingszaak cassatiemiddel a.b.i. de wet?

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:846

Als cassatierechter onderzoekt de Hoge Raad alleen cassatiemiddelen (klachten) als in de wet bedoeld. Als een zodanig cassatiemiddel kan alleen gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak heeft gewezen. De schriftuur voldoet niet aan dit vereiste.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen post-Keskin

Hoge Raad 22 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:959

De hoofdregel wordt meer en meer dat een getuige die een belastende verklaring over de verdachte heeft afgelegd bij de politie nogmaals gehoord moet worden in het bijzijn van de verdediging. Dat is de ontwikkeling die het Keskin-arrest van het EHRM in gang heeft gezet. Zo ook in deze zaak waarin de verdediging het voorwaardelijke verzoek deed een slachtoffer van een vechtpartij in een Amsterdamse discotheek nogmaals te horen. De Hoge Raad oordeelt dat dit verhoor wel had moeten plaatsvinden. Het is een belangrijke ontwikkeling, zeker als wordt bedacht dat de kern van een eerlijk proces wordt gevormd door de mogelijkheid voor de verdediging om de betrouwbaarheid van belastend verklarende getuigen zelf vast te stellen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt gevallen waarin en wijze waarop feitenrechter herstelbeslissing kan geven

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:932

Bij het geven van een herstelbeslissing gaat het om een zelfstandige, niet in de wet verankerde en beperkte mogelijkheid voor de feitenrechter om een in zijn uitspraak voorkomende kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent te verbeteren. Dat brengt mee dat de feitenrechter slechts in evidente gevallen gebruik kan maken van de bevoegdheid het dictum te verbeteren, mede met het oog op de juiste executie van de uitspraak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. genoten voordeel ingeval strafbare feit op zichzelf geen voordeel oplevert (valsheid), maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren

Hoge Raad 22 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:948

Onder wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht kan ook worden begrepen daadwerkelijk genoten voordeel in het geval dat het strafbare feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren (vgl. HR 25 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AK1554).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is meldingsplicht genoemd in art. 8 Verordening en art. 2 Wet voorkoming misbruik chemicaliën in strijd met nemo tenetur-beginsel?

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:849

Het oordeel van het hof dat de veroordeling wegens het niet-nakomen van deze verplichting tot het verstrekken van informatie geen schending van het – door artikel 6 EVRM en tevens in het Handvest gewaarborgde – nemo tenetur-beginsel oplevert, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Daaraan doet niet af, zoals in de toelichting op het cassatiemiddel wordt betoogd, dat als die verplichting wel wordt nageleefd het gevolg daarvan kan zijn dat een verdenking ontstaat ter zake van overtreding van de Opiumwet.

Read More
Print Friendly and PDF ^