Is oordeel dat verdachte, hoewel niet als zodanig tenlastegelegd, zich schuldig zou hebben gemaakt aan schending van inlichtingenplicht, in strijd met onschuldpresumptie?
/De klacht keert zich tegen de overweging van het hof dat de actieve bijdrage van de verdachte aan het uit het zicht van de curator en het faillissement houden van de inkomsten “in ieder geval een schending [oplevert] van de inlichtingenplicht (art. 105 Faillissementswet (Fw) jo art. 194 van het Wetboek van Strafrecht (Sr)), waarbij mogelijk schuldeisers zijn benadeeld (art. 20 Fw jo art. 341 aanhef en onder 1 (oud) Sr)”. Deze overweging moet als strijdig met de onschuldpresumptie worden aangemerkt.
Read More