Hof veroordeelt bestuurder Centurion Vastgoed tot jarenlange gevangenisstraf wegens grootschalige beleggingsfraude
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 april 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:2436
De verdachte gaf samen met twee andere natuurlijke personen feitelijke leiding aan Centurion Vastgoed B.V., een vennootschap die zich in de periode van 2008 tot 2014 presenteert als een professionele aanbieder van beleggingsproducten in vastgoedprojecten, waaronder grondaankopen in Costa Rica. In werkelijkheid blijkt dat Centurion Vastgoed B.V. ruim 600 particuliere beleggers heeft opgelicht voor een totaalbedrag van circa 26 miljoen euro. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare strafbare feiten en verkeert in een kwetsbare financiële en persoonlijke situatie. De oplichting leidde tot aanzienlijke financiële schade voor de beleggers en uiteindelijk tot het faillissement van Centurion Vastgoed B.V. op 31 juli 2014.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij:
Feitelijke leiding heeft gegeven aan grootschalige oplichting, gepleegd door Centurion Vastgoed B.V.;
Feitelijke leiding heeft gegeven aan bedrieglijke bankbreuk, gepleegd door Centurion Vastgoed B.V.;
Feitelijke leiding heeft gegeven aan valsheid in geschrift, gepleegd door Centurion Vastgoed B.V.;
Samen met anderen van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal stelt zich op het standpunt dat het bewijs voor alle vier de tenlastegelegde feiten geleverd is. Hij vordert een gevangenisstraf van vijf jaar en negen maanden, de ontzetting van het recht om bestuurder van een rechtspersoon te zijn voor de duur van vijf jaar en de openbaarmaking van het arrest op rechtspraak.nl.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert primair aan dat vrijspraak moet volgen omdat geen sprake zou zijn van oplichting, verduistering, bedrieglijke bankbreuk, valsheid in geschrift of witwassen.
Subsidiair wordt verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de geboorte van een dochter, en het aanzienlijke tijdsverloop sinds het aanvankelijke vonnis in eerste aanleg. De verdediging pleit voorts voor het niet opleggen van een beroepsverbod en openbaarmaking van het arrest.
Het oordeel van het hof
Het hof verwerpt alle verweren van de verdediging. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte en zijn medeverdachten een geraffineerd systeem hebben opgezet waarbij beleggers op misleidende gronden werden bewogen aanzienlijke bedragen te investeren. De verdachte heeft als feitelijke leidinggevende bewust en actief meegewerkt aan dit systeem van misleiding en wederrechtelijke bevoordeling. Bovendien is komen vast te staan dat gelden structureel aan de boedel van Centurion Vastgoed B.V. zijn onttrokken in het zicht van het faillissement en dat valse documenten zijn vervaardigd om loonbeslagen te ontwijken.
De bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
De verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de grootschalige oplichting van beleggers;
De verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de bedrieglijke bankbreuk door structurele onttrekkingen aan de boedel;
De verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan het valselijk opstellen van arbeidsovereenkomsten, beëindigingsovereenkomsten en loonspecificaties;
De verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen van ruim 21 miljoen euro aan beleggersgelden.
De strafoplegging
Het hof legt de verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van vijf jaar, met aftrek van het voorarrest. Hierbij wordt rekening gehouden met de ernst van de feiten, het zeer grote aantal slachtoffers, het benadelingsbedrag van meer dan 26 miljoen euro, het gebrek aan inzicht en spijt van de verdachte, en het feit dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Verder ontzet het hof de verdachte voor de duur van vijf jaar van het recht om bestuurder of feitelijk leidinggevende van een rechtspersoon te zijn.
De bijkomende straf van openbaarmaking van het arrest op rechtspraak.nl wordt niet opgelegd, aangezien verdachte reeds langdurig negatieve publiciteit ondervindt.
De beslissing omtrent de voorlopige hechtenis
Het hof laat de schorsing van de voorlopige hechtenis voortduren onder de eerder gestelde voorwaarden, totdat het arrest onherroepelijk is geworden.
De vordering van de benadeelde partijen
De vorderingen van de benadeelde partijen, vertegenwoordigd door de Stichting benadeelde 1, worden toegewezen tot een totaalbedrag van 17.616.010,60 euro, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 31 juli 2014.
Tevens wordt de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, met oplegging van vervangende hechtenis van maximaal 360 dagen indien betaling uitblijft.
Lees hier de volledige uitspraak.