HR gaat in op de mogelijkheden tot ontneming na een veroordeling voor witwassen.

Hoge Raad 10 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1821

Dat een betrokkene de beschikking heeft over een vermogensbestanddeel dat het voorwerp van witwassen vormt, levert op zichzelf geen wederrechtelijk voordeel op uit dat witwassen. Maar als vaststaat dat de witwasser het witgewassen voorwerp heeft verkregen uit een zelf gepleegd misdrijf, kan dat voorwerp (het voordeel uit dat misdrijf) aan hem worden ontnomen op grond van artikel 36e lid 2 Sr. Als onduidelijk is wie dat misdrijf heeft gepleegd, kan ontneming soms plaatsvinden op grond van artikel 36e lid 3 Sr. Dat kan bijvoorbeeld als aannemelijk is dat ‘andere strafbare feiten’ als bedoeld in artikel 36e lid 3 Sr ertoe hebben geleid dat hij het voordeel uit dat misdrijf heeft verkregen. Daarvoor is dan niet nodig dat de witwasser die andere strafbare feiten zelf heeft begaan. Op grond van een kasopstelling kan aannemelijk worden dat hij kon beschikken over van misdrijf afkomstige geldbedragen of andere voorwerpen. Het witgewassen voorwerp kan worden betrokken in zo’n kasopstelling en op die manier meetellen in de berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Eindhovenaar moet ruim 37 miljoen euro aan illegale winst afstaan

Rechtbank Oost-Brabant 26 november 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:5660

Een 50-jarige man uit Eindhoven moet ruim 37 miljoen euro aan illegale inkomsten aan de Staat afstaan. Dit bepaalt de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De man maakte die winst door met illegaal verkregen geld een flinke vastgoedportefeuille in met name Eindhoven op te bouwen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoe en wanneer wordt een ontnemingsvordering geldig aanhangig gemaakt?

Hoge Raad 5 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1572

De Hoge Raad stelt voorop dat het enkele feit dat de officier van justitie heeft nagelaten om tijdig op grond van artikel 311 lid 1 Sv het voornemen tot het indienen van een ontnemingsvordering kenbaar te maken, op zichzelf niet voldoende is om bij de betrokkene het gerechtvaardigde vertrouwen te wekken dat een ontnemingsvordering achterwege zal blijven. Om die reden kan aan dit enkele verzuim niet het rechtsgevolg worden verbonden dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk wordt verklaard in de ontnemingsvordering. Wel kan het nadeel dat de betrokkene heeft ondervonden door het verzuim om tijdig het voornemen kenbaar te maken aanleiding geven tot een vermindering van de betalingsverplichting. Een dergelijke vermindering is mogelijk wanneer, gezien het door de betrokkene geleden nadeel, het vormverzuim in het concrete geval zo ernstig is dat niet kan worden volstaan met enkel de constatering van dat verzuim.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen cassatie mogelijk na kwijtschelding of vermindering van ontnemingsmaatregel

Hoge Raad 15 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1470

Uit artikel 6:6:7 van het Wetboek van Strafvordering volgt dat een rechterlijke beslissing over de tenuitvoerlegging, waarvan in dit geval sprake is, niet aan enig gewoon rechtsmiddel is onderworpen voor zover in Hoofdstuk 6 van Boek 6 van dat wetboek niet anders is bepaald. Dat hoofdstuk bevat geen bepaling op grond waarvan cassatieberoep openstaat tegen een beslissing als deze. Daarom kan de Hoge Raad het cassatieberoep van de verzoeker niet in behandeling nemen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM eist ontneming van ruim 45 miljoen euro tegen ‘vastgoedman’ uit Eindhoven

In januari 2024 werd een 49-jarige 'vastgoedman' uit Eindhoven door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een celstraf van 30 maanden voor het langdurig en grootschalig witwassen van crimineel verkregen geld. Het OM wil ook het illegaal verkregen vermogen van de verdachte afpakken. In het kader van de ontnemingsvordering stond de man vandaag voor de rechter. Het Openbaar Ministerie eist een ontneming van ruim €45 miljoen.

Read More
Print Friendly and PDF ^