Gerechtshof Amsterdam 23 juli 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2401
De verdachte is door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De Officier van Justitie heeft tevens een ontnemingsvordering aanhangig gemaakt, wat heeft geresulteerd in een vonnis waarbij de verdachte de verplichting tot betaling van € 202.747,62 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel is opgelegd. De procesafspraken houden in: (1) Het openbaar ministerie zal in de ontnemingszaak ten aanzien van het gewoontewitwassen niet meer wederrechtelijk verkregen voordeel vorderen dan € 89.663. (2) Het openbaar ministerie beperkt zich niet in de hoogte van haar ontnemingsvordering ten aanzien van het telen en aanwezig hebben van hennep en de diefstal van stroom (feiten 2 en 3). (3) De verdachte ziet af van het indienen van verdere onderzoekswensen ten aanzien van het gewoontewitwassen en trekt alle eerder ingediende onderzoekswensen daaromtrent in onmiddellijk nadat het gerechtshof heeft verklaard dat het de procesafspraken aanvaardt.
Door de verdachte zal zijn strafbare handelen met betrekking tot het gewoontewitwassen (feit 1) worden erkend.
Read More