HR over bevoegdheid HR om te oordelen over cassatiemiddel van BP indien verdachte zijn cassatieberoep heeft beperkt (zich niet richtend tegen beslissingen op vordering BP)

Hoge Raad 12 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:837

De beperking van het cassatieberoep door de verdachte of het openbaar ministerie doet niet af aan de bevoegdheid van de benadeelde partij om op grond van artikel 437 lid 3 Sv een schriftuur inzake een rechtspunt over haar vordering te doen indienen en de bevoegdheid van de Hoge Raad om die schriftuur te beoordelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rechter dient, bij gevoegde BP, in zijn uitspraak tevens te beslissen over door BP en verdachte gemaakte kosten

Hoge Raad 21 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:762

Op grond van artikel 592a (oud) Sv (vanaf 1 januari 2020: artikel 532 Sv) dient de rechter, indien zich een benadeelde partij in het geding heeft gevoegd, in zijn uitspraak tevens te beslissen over de kosten door de benadeelde partij en de verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Op grond van artikel 361 lid 6 Sv dient deze beslissing in de uitspraak te worden opgenomen. Aangezien zodanige beslissing in de uitspraak van het hof niet voorkomt, is het cassatiemiddel gegrond.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Tot 4 jaar gevangenisstraf voor grootschalige en internationale boilerroomfraude

De rechtbank Noord-Holland heeft op 1 mei 2020 uitspraken gedaan in de megazaak met de naam Zevenblad. Deze zaak had betrekking op een onderzoek van de FIOD – verricht onder leiding van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie – naar grootschalige en internationale boilerroomfraude (‘een vorm van oplichting door een frauduleuze (beleggings-)organisatie waarbij de klant onder het voorwendsel van een mooie belegging geld wordt afgetroggeld’), gepleegd in de periode van 2004 tot in het najaar van 2013.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verdachte heeft geen belang bij cassatie wanneer hof vordering toewijst van niet opnieuw in hoger beroep gevoegde benadeelde partij

Parket bij de Hoge Raad 7 april 2020, ECLI:NL:PHR:2020:345

Het hof had als gevolg van processuele beperkingen die aan de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij in de strafzaak zijn gesteld, de vordering niet mogen toewijzen. Die processuele beperking geldt evenwel niet voor de beslissing over het al dan niet opleggen van een schadevergoedingsmaatregel. Deze maatregel kan ook worden opgelegd als geen sprake (meer) is van voeging als benadeelde partij of als de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Diefstal door opnemen geld: verweer dat verdachte handelde in het kader van bedrijfsactiviteiten verworpen

Gerechtshof Amsterdam 6 november 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4977

Verdachte heeft wederrechtelijk gehandeld door zonder toestemming (van aangeefster) geld op te nemen van rekeningen die niet aan hem toebehoorden. De omstandigheid dat de verdachte met die opgenomen bedragen de huur heeft voldaan van de woning waar ook aangeefster woonde en waar het bedrijf stond ingeschreven, maakt dit niet anders, nu het betalen van de huur voor een privéwoning ten deze niet als bedrijfsactiviteit kan gelden; de enkele inschrijving van een bedrijf op een privéadres maakt nog niet dat huurpenningen daarvoor bedrijfsuitgaven zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^