Gerechtshof Amsterdam 25 oktober 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:2529
In deze zaak is een verzoek ex art. 530 Sv ingediend. Het verzoek strekt o.a. tot het verkrijgen van een vergoeding van gemaakte advocaatkosten van ruim 1,5 miljoen euro in een strafzaak die zo’n 8 jaar heeft gelopen, maar die is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De advocaat-generaal heeft geadviseerd het toe te kennen bedrag te matigen met 50%. Het hof ziet hiervoor geen aanleiding. Dat veel verweren zijn gevoerd die door het hof zijn verworpen, kan volgens het hof alleen in bijzondere gevallen aanleiding zijn een verzoek tot kostenvergoeding voor rechtsbijstand te matigen. Het hof ziet in een zaak als deze geen aanleiding voor matiging in het feit dat door de raadsman van een andere Verdachte in het onderzoek tegen lagere kosten rechtsbijstand is verleend. De kosten voor rechtsbijstand zijn fors. Gelet op de duur van de strafrechtelijke procedure en de omvang, de context en de complexiteit van de zaak, zijn ze niet bovenmatig of anderszins onredelijk.
Read More