Directeur van zorgbureau veroordeeld voor faillissementsfraude

Rechtbank Overijssel 31 mei 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:2167

Een directeur van een zorgbureau uit Almelo wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar voor het plegen van faillissementsfraude. De 49-jarige man had als directeur van het zorgbureau de administratie niet op orde en deed onder andere geen aangifte vennootschapsbelasting. Ook gaf hij geld van het zorgbureau uit aan privédoeleinden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over faillissementsfraude

Parket bij de Hoge Raad 18 mei 2021, ECLI:NL:PHR:2021:479

In cassatie wordt geklaagd over (i) dat het opzet van de verdachte op de verkorting van de rechten van de schuldeisers niet (zonder meer) uit de bewijsmiddelen volgt (ii) dat geen toepassing is gegeven aan het op 1 juli 2016 nieuw ingevoerde art. 344a Sr (iii) de ontzetting van het recht op uitoefening van het beroep van bestuurder/directeur van een rechtspersoon voor de duur van vijf jaren en zes maanden (iv) het gelasten van de openbaarmaking van het arrest.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Het civielrechtelijke bestuursverbod van 2016 tot en met 2020

Rechters kunnen sinds 1 juli 2016 een civielrechtelijk bestuursverbod voor maximaal vijf jaar opleggen aan ‘malafide’ bestuurders van een failliete rechtspersoon. De gevolgen van een bestuursverbod zijn verstrekkend. Het niet mogen vertegenwoordigen van een rechtspersoon geldt niet alleen voor de failliete rechtspersoon, maar ook voor eventuele andere rechtspersonen voor wie bestuurs- of commissarisactiviteiten worden uitgevoerd. Sinds juli 2016 is slechts negen keer door curatoren of het Openbaar Ministerie een civielrechtelijk bestuursverbod gevorderd c.q. verzocht en evenzoveel keren opgelegd: drie keer in 2018, drie keer in 2019 en drie keer in 2020.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak faillissementsfraude: Geen (voorwaardelijk) opzet op bedrieglijke verkorting, geen wetenschap van dreigend faillissement

Rechtbank Rotterdam 24 maart 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:3337

Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen vaststellen dat de verdachte wetenschap had van (de dreiging van) een onafwendbaar faillissement van naam schoonmaakbedrijf 1 en evenmin dat hij in het zicht van het faillissement dan wel na het uitspreken daarvan op enige wijze een bijdrage heeft geleverd aan de hem onder 1 tenlastegelegde onttrekkingen aan de boedel en de daarmee samenhangende onder 2 tenlastegelegde valsheid in geschrift.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan faillissementsfraude door als feitelijk bestuurder van een rechtspersoon gelden aan de boedel onttrokken

Rechtbank Amsterdam 2 april 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1606

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan faillissementsfraude. Hij heeft als feitelijk bestuurder van bedrijf 1 gelden aan de boedel onttrokken. Ook heeft hij nagelaten om een volledige administratie te voeren en, na faillietverklaring, de volledige administratie aan de curator te geven. Verdachte heeft door zijn handelen de curator gehinderd in de uitoefening van de aan hem opgedragen taken en hij heeft bovendien een van de schuldeisers in het faillissement benadeeld, omdat de Belastingdienst als schuldeiser is gepasseerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^