Is het OM ontvankelijk in de vervolging wanneer een schriftelijke volmacht voor het indienen van een klacht ontbreekt?
/Parket bij de Hoge Raad 30 maart 2021, ECLI:NL:PHR:2021:265
In de onderhavige zaak heeft het het hof vastgesteld dat betrokkene 1 volgens vooraf binnen A gemaakte afspraken namens de benadeelden, waaronder betrokkene 2, die als sectorleidster dans verbonden was aan A, aangifte heeft gedaan tegen de verdachte en daaruit afgeleid dat betrokkene 1 bij het doen van aangifte mede namens betrokkene 2 handelde. Dat er bij betrokkene 2 ten tijde van de aangifte ook de wens tot vervolging van de verdachte bestond, heeft het hof afgeleid uit de verklaring van betrokkene 1 inhoudende dat hij contact heeft gehad met betrokkene 2 en zij hem kenbaar heeft gemaakt dat er door het handelen van de verdachte angstgevoelens bij haar waren ontstaan en dat zij vond dat er iets moest gebeuren tegen het handelen van de verdachte.
Read More