Verduistering: wanneer worden geldbedragen “onder zich” gehouden?

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:847

De eerste deelklacht luidt dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat de verdachte de geldbedragen ‘onder zich heeft gehad’ en zich deze ‘(wederrechtelijk) heeft toegeëigend’. Daartoe betoogt de steller van het middel dat namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd dat de verdachte uit hoofde van zijn functie als financieel manager geen betalingen kon doen. De verdachte kon enkel facturen in het betalingssysteem klaarzetten, maar betaling kon eerst plaatsvinden nadat deze facturen door Betrokkene 6, (destijds) algemeen directeur en aandeelhouder van A B.V., waren geaccordeerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Raadsman heeft één schriftuur ingediend voor straf- en ontnemingszaak: bevat schriftuur in ontnemingszaak cassatiemiddel a.b.i. de wet?

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:846

Als cassatierechter onderzoekt de Hoge Raad alleen cassatiemiddelen (klachten) als in de wet bedoeld. Als een zodanig cassatiemiddel kan alleen gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak heeft gewezen. De schriftuur voldoet niet aan dit vereiste.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen post-Keskin

Hoge Raad 22 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:959

De hoofdregel wordt meer en meer dat een getuige die een belastende verklaring over de verdachte heeft afgelegd bij de politie nogmaals gehoord moet worden in het bijzijn van de verdediging. Dat is de ontwikkeling die het Keskin-arrest van het EHRM in gang heeft gezet. Zo ook in deze zaak waarin de verdediging het voorwaardelijke verzoek deed een slachtoffer van een vechtpartij in een Amsterdamse discotheek nogmaals te horen. De Hoge Raad oordeelt dat dit verhoor wel had moeten plaatsvinden. Het is een belangrijke ontwikkeling, zeker als wordt bedacht dat de kern van een eerlijk proces wordt gevormd door de mogelijkheid voor de verdediging om de betrouwbaarheid van belastend verklarende getuigen zelf vast te stellen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt gevallen waarin en wijze waarop feitenrechter herstelbeslissing kan geven

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:932

Bij het geven van een herstelbeslissing gaat het om een zelfstandige, niet in de wet verankerde en beperkte mogelijkheid voor de feitenrechter om een in zijn uitspraak voorkomende kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent te verbeteren. Dat brengt mee dat de feitenrechter slechts in evidente gevallen gebruik kan maken van de bevoegdheid het dictum te verbeteren, mede met het oog op de juiste executie van de uitspraak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. genoten voordeel ingeval strafbare feit op zichzelf geen voordeel oplevert (valsheid), maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren

Hoge Raad 22 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:948

Onder wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht kan ook worden begrepen daadwerkelijk genoten voordeel in het geval dat het strafbare feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren (vgl. HR 25 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AK1554).

Read More
Print Friendly and PDF ^