Wanneer is sprake van een ‘valse hoedanigheid’ (art. 138ab Sr”)?
/Hoge Raad 30 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1691
Het oordeel van het hof dat de verdachte aldus ook door het aannemen van een “valse hoedanigheid” als bedoeld in artikel 138ab lid 1, onder d, Sr een (deel van een) geautomatiseerd werk wederrechtelijk is binnengedrongen, kan niet zonder meer uit de bewijsvoering worden afgeleid. De door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat de verdachte met het misbruik van zijn autorisatie het door zijn collega’s en de maatschappij in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden, volstaat daartoe niet. De Hoge Raad neemt daarbij in aanmerking dat niet blijkt dat de verdachte al een valse hoedanigheid had aangenomen toen hem de autorisatie werd verstrekt.
Read More