Feitelijk leidinggever heeft 2 jaar in strijd met sanctiemaatregelen Iran indirect handel gedreven met gasbedrijf: is juiste uitleg gegeven aan term ‘direct of indirect ter beschikking stellen’?

Hoge Raad 28 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:957

Het middel bevat de klacht dat het hof een onjuiste uitleg heeft gegeven aan de in art. 23, derde lid, van Verordening (EU) nr. 267/2012 voorkomende term ‘direct of indirect ter beschikking stellen’. De steller van het middel voert aan dat het in de casus die aan het arrest van het HvJEU van 21 december 2011 ten grondslag lag, om een andere situatie ging dan in de zaak van de verdachte. Daar ging het, aldus de steller van het middel, om een keramische sinteroven die ‘werd besteld en afgeleverd in Iran. De oven zou deels zijn geïnstalleerd, maar uiteindelijk niet in werking gesteld’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR geeft rechtspraak over bestanddelen ‘deelneming’, ‘organisatie’ en ‘oogmerk’ op hoofdlijnen weer

Hoge Raad 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:969

Van een ‘organisatie’ als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake als het gaat om een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Het kan daarbij gaan om natuurlijke personen en/of rechtspersonen. Van ‘deelneming’ aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr kan slechts dan sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: niet aan strafrechter om te beoordelen of in art. 272 Sr bedoelde geheimhoudingsplicht terecht aan verdachte is opgelegd

Hoge Raad 12 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1073

Schending ambtsgeheim door als gemeenteraadslid stukken die haar onder geheimhouding zijn verstrekt door college van burgemeester en wethouders, opzettelijk openbaar te maken op een door haar georganiseerde (pers)bijeenkomst en deze vervolgens op website van politieke partij te plaatsen. Het is niet aan strafrechter om te beoordelen of in art. 272 Sr bedoelde geheimhoudingsplicht terecht aan verdachte is opgelegd. De taak van de strafrechter is beperkt tot onderzoek van de vraag of de aan verdachte opgelegde geheimhoudingsplicht formeel in overeenstemming is met de wettelijke regeling waarop de geheimhoudingsplicht is gebaseerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. voorwaardelijk opzet

Hoge Raad 12 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:982

De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten, dat wil zeggen: een in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontneming: HR herhaalt overwegingen m.b.t. opleggen hoofdelijke betalingsverplichting bij ‘gemeenschappelijk voordeel’

Hoge Raad 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:993

Hoofdelijke aansprakelijkheid in de zin van art. 36e, zevende lid, Sr zal zich naar verwachting slechts in een beperkt aantal gevallen voordoen. In de situatie dat twee of meer daders van een strafbaar feit daarvan hebben geprofiteerd, maar aan het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet een indicatie valt te ontlenen voor de verdeling van de opbrengst, ligt pondspondsgewijze toerekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel meer voor de hand. In de gevallen dat niet kan worden vastgesteld met hoeveel mededaders het strafbare feit is gepleegd, kan op basis van de omstandigheden van het geval het daardoor verkregen voordeel ook voor een naar redelijkheid te bepalen gedeelte aan de betrokkene worden toegerekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^