HR: uitoefenen spreekrecht kan niet via kort geding (alsnog) worden afgedwongen

Hoge Raad 11 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1418

Verweerster vordert in dit kort geding een bevel aan de Staat (de officier van justitie) om hoger beroep in te stellen in een strafzaak waarin de verdachte is vrijgesproken en zij als slachtoffer gebruik heeft gemaakt van haar wettelijk spreekrecht. De politierechter heeft haar ter zitting in eerste aanleg ten onrechte beperkt in de uitoefening van dat recht en in een hoger beroep wilde zij alsnog onbeperkt van dat recht gebruikmaken. De officier heeft geweigerd om hoger beroep in te stellen omdat er volgens haar onvoldoende bewijs is voor een veroordeling. De voorzieningenrechter heeft de vordering tegen de Staat toegewezen en het hof heeft die beslissing bekrachtigd. In een eerder geëindigd tweede kort geding is een vordering van verweerster afgewezen om de Staat te verbieden het hoger beroep dat is ingesteld op grond van het vonnis van de voorzieningenrechter in dit kort geding, weer in te trekken. Het hoger beroep in de strafzaak is dus niet doorgezet. De beslissing van het hof in dit kort geding ziet dan ook alleen op de juistheid van de daarin in eerste aanleg gegeven beslissing.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Welke impact heeft een civiele zaak op de (toekenning van de) vordering benadeelde partij?

Hoge Raad 24 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1288

Het oordeel van het hof, dat verdachte als “in het ongelijk gestelde partij”, kan worden aangemerkt en dat benadeelde partij daarom aanspraak heeft op vergoeding van zijn proceskosten is, gelet op afwijzing van vordering benadeelde partij, zonder nadere motivering niet begrijpelijk. Wat betreft kosten van procedure in eerste aanleg, ziet de Hoge Raad in omstandigheid dat vordering benadeelde partij in lopende civiele procedure nog niet onherroepelijk was toegewezen op moment dat benadeelde partij vordering indiende, maar dat deze vordering in civiele procedure uiteindelijk wel (grotendeels) toewijsbaar is gebleken en onherroepelijk is toegewezen, aanleiding kosten van die procedure in eerste aanleg te compenseren, in die zin dat iedere partij eigen kosten draagt. Voor procedure in hoger beroep geldt dat oordeel over vordering benadeelde partij in civiele procedure al wel onherroepelijk was op het moment dat benadeelde partij vordering handhaafde. Dat brengt mee dat hof vordering van benadeelde partij niet-ontvankelijk had moeten verklaren voor zover civiele rechter al over die vordering had geoordeeld. Dit en de omstandigheid dat het hof heeft afgewezen wat benadeelde partij nog in aanvulling op al door civiele rechter beoordeelde vordering heeft gevorderd, brengt mee dat de Hoge Raad de benadeelde partij zal veroordelen in proceskosten van de verdachte in hoger beroep.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Raad van State: Last onder dwangsom is geen bestraffende sanctie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3942

De appellante in deze zaak heeft betoogd dat de rechtbank heeft miskend dat de last onder dwangsom een bestraffende sanctie is en geen herstelsanctie. De hoogte van de aan de last verbonden dwangsom is volgens haar bedoeld om leed toe te brengen. De Afdeling is het daar niet mee eens.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ongegrondverklaring beklag namens twee niet-verdachte notarissen tegen het – in een strafrechtelijk onderzoek tegen een andere notaris gelegde – beslag op stukken waarin hun namen voorkomen

Hoge Raad 24 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1290

De Hoge Raad heeft een uitspraak gewezen over het notarieel verschoningsrecht. De Hoge Raad vernietigt de ongegrondverklaring van het beklag namens twee niet-verdachte notarissen tegen het – in een strafrechtelijk onderzoek tegen een andere notaris gelegde – beslag op stukken waarin hun namen voorkomen. De rechtbank heeft onvoldoende gemotiveerd dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen die doorbreking van het verschoningsrecht van deze notarissen rechtvaardigen. Het enkele feit dat op grond van een eerdere beslissing van de rechtbank het verschoningsrecht van de verdachte notaris wel mocht worden doorbroken volstaat daarvoor niet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Advies AG aan Hoge Raad: geen herziening in zaak veroordeelde zakenman wegens witwassen van 17 miljoen euro

Parket bij de Hoge Raad 24 september 2024, ECLI:NL:PHR:2024:983

De herzieningsaanvraag in de zaak tegen de in 2014 onherroepelijk veroordeelde zakenman (de aanvrager) wegens onder meer het witwassen van 17 miljoen euro afkomstig van (de in mei 2004 doodgeschoten) vastgoedhandelaar Endstra, dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Keulen de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag. Reden is dat in de aanvraag onvoldoende wordt uitgelegd waarom de aangevoerde omstandigheden in het licht van de bewijsvoering van het hof tot vrijspraak zouden moeten leiden. Maar ook bij een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag zijn, in het licht van de bewijsvoering van het hof, de gegevens die in de aanvraag naar voren zijn gebracht volgens de AG van onvoldoende gewicht om te kunnen gelden als een novum.

Read More
Print Friendly and PDF ^