EHRM: Verbeurdverklaring van vermeend crimineel vermogen onder de Proceeds of Crime Act levert schending op

EHRM 13 juli 2021, ECLI:CE:ECHR:2021:0713JUD005070511 (Todorov e.a. t. Bulgarije)

In de zaak van klager Todorov oordeelt het Hof dat er onvoldoende garanties waren om het vereiste billijke evenwicht te bereiken en er evenmin een poging was gedaan om het verband tussen de eigendommen en de vermeende criminele activiteiten te onderzoeken. De rechtbank had in dit geval ook niet vastgesteld dat de verbeurdverklaarde activa gelijk waren aan het verschil tussen de uitgaven en inkomsten van klager. De verbeurdverklaring van zijn eigendommen is daarom onevenredig, wat leidt tot een schending van het verdrag.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Dienen toegewezen schadevergoedingsvorderingen van benadeelde derden in mindering te worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel?

Gerechtshof Amsterdam 13 november 2021, ECLI:NL:GHAMS:2020:3964

Het arrest in de strafzaak is op 27 juni 2017 onherroepelijk geworden. Dit heeft tot gevolg dat bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel het bedrag van de in rechte onherroepelijk toegekende vorderingen van de benadeelde partijen in mindering moet worden gebracht, indien de desbetreffende feiten zijn gepleegd vóór 1 januari 2014.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. onschuldpresumptie bij ontneming uit soortgelijke feiten en m.b.t. bewijsrechtelijke regels in ontnemingsprocedures

Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1498

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1523 overwogen dat het oordeel van de rechter dat voldoende aanwijzingen bestaan dat de betrokkene andere strafbare feiten in de zin van het huidige artikel 36e lid 2 Sr heeft begaan, binnen het eigen kader voor het bewijs in de ontnemingsprocedure in overeenstemming moet zijn met de onschuldpresumptie. De in artikel 36e lid 2 Sr bedoelde “voldoende aanwijzingen” mogen daarom niet door de rechter worden aangenomen indien niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat andere strafbare feiten door de betrokkene zijn begaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in milieustrafzaak

Rechtbank Amsterdam 3 september 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4767

Verdachte heeft zich tussen 2013 en 2018 schuldig gemaakt aan een aantal misdrijven op het gebied van het milieustrafrecht. In de eerste plaats heeft verdachte te veel en te sterk vervuild afvalwater op het riool geloosd en daarnaast heeft verdachte onvoldoende maatregelen genomen om ongewenste emissies van brandstofdampen en stikstof te voorkomen. De rechtbank heeft aan verdachte een onvoorwaardelijke geldboete opgelegd van €60.000 (ECLI:NL:RBAMS:2021:4766).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontneming dierenartsenpraktijk: Onderscheid directe en indirecte kosten bij in mindering brengen vast te stellen wederrechtelijk verkregen voordeel

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 29 juli 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2377

Het hof legt een ontneming op aan een dierenartsenpraktijk. De winst was illegaal verdiend doordat de praktijk niet-geregistreerde dierengeneesmiddelen leverde. Ten aanzien van de kostensoorten wordt onderscheid gemaakt tussen de directe en indirecte kosten. Direct zijn kosten die zonder toepassing van enige verdeelsleutel eenvoudig rechtstreeks aan het object van de berekening – bijvoorbeeld een door de onderneming te fabriceren en/of te verkopen product – kunnen worden toegerekend. Een voorbeeld is de inkoopwaarde van de grondstoffen die in het product worden verwerkt. Anderzijds zijn er indirecte kostensoorten (algemene kosten – ook wel overhead kosten genoemd -, zoals kosten van het gebouw waarin de bedrijfsprocessen plaatsvinden, administratiekosten, managementkosten etc.) die uitsluitend via een verdeelsleutel aan het product kunnen worden toegerekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^