Veroordeling voor schending ambtsgeheim door lid vertrouwenscommissie belast met de aanbeveling voor de benoeming van de nieuwe burgemeester van Den Bosch

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 maart 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:753

Op basis van de namen die de Verdachte heeft genoemd leidde getuige 1 af dat er een burgemeester zou worden benoemd uit de gelederen van de partij. Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of de opmerking van de Verdachte gekwalificeerd dient te worden als een strafbare schending van de geheimhoudingsplicht van artikel 61c Gemeentewet. Anders dan de verdediging is het hof daarbij van oordeel dat voor een strafbare schending van de geheimhoudingsplicht niet is vereist dat er concrete informatie over de politieke ‘kleur’ of partij van de potentiële kandidaat wordt gegeven. Ook de vraag of de ontvanger op basis van de informatie enig vermoeden kan hebben wie de kandidaat zou kunnen zijn is volgens het hof bij de beoordeling van de schending van de geheimhoudingsplicht niet van belang.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verkoper van obligaties wordt veroordeeld voor witwassen

Gerechtshof Amsterdam 5 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3645

De Verdachte - verkoper van obligaties - heeft zich schuldig gemaakt aan witwassen door bedragen op haar rekening te ontvangen waarvan zij wist dat deze door misdrijf waren verkregen. Zij heeft samen met zijn medeverdachten beleggers, veelal oudere mensen, geld laten overmaken zodat hij daarvan salaris kon ontvangen. Een drietal vorderingen benadeelde partij worden grotendeels toegekend. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de Verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Er is sprake van een zodanig nauw verband tussen de witwasgedragingen van de Verdachte en de oplichting die daaraan ten grondslag heeft gelegen en de benadeelde ertoe heeft gebracht de obligatie te kopen, dat kan worden vastgesteld dat het door de Verdachte gepleegde witwassen rechtstreeks de door de benadeelde partij geleden schade heeft veroorzaakt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor grootschalige beleggingsfraude

Gerechtshof Amsterdam 5 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3641

De Verdachte heeft zich ruim anderhalf jaar (ook samen met zijn mededaders) meerdere malen schuldig gemaakt aan grootschalige beleggingsfraude en de opbrengsten hiervan witgewassen. De Verdachte is betrokken geweest bij de oplichting van investeerders in onderneming02 en onderneming01.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Bouwbedrijf heeft opzettelijk geen melding gedaan van het voornemen handelingen te verrichten die verplaatsing van de verontreiniging van de bodem tot gevolg hadden

Gerechtshof Amsterdam 6 februari 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:273

De Verdachte rechtspersoon, een bouwbedrijf, heeft artikel 28, eerste lid, van de Wet Bodembescherming (oud) overtreden door geen melding te doen van haar voornemen handelingen te verrichten die verplaatsing van de verontreiniging van de bodem tot gevolg hadden. Zij heeft, zonder voorafgaand onderzoek te (laten) doen naar de bodemkwaliteit, verontreinigde grond laten afgraven en afvoeren. Van een professioneel bouwbedrijf als de verdachte, die door heel Nederland en ook vaker in Amsterdam opdrachten uitvoert en heeft uitgevoerd, mag (meer) zorgvuldigheid worden verwacht. Er wordt een geldboete opgelegd van EUR 1.500 en vernietiging van de eerder uitgevaardigde strafbeschikking.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen vervolging van individuele ambtenaren van de Belastingdienst uit de Toeslagenaffaire voor (beroepsmatige) discriminatie

Gerechtshof Den Haag 20 februari 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:329

In mei 2023 is een art. 12 Sv beklagprocedure gestart tegen de beslissing van de officier van justitie te Den Haag om (niet nader genoemde) individuele ambtenaren van de Belastingdienst (beklaagden) niet te vervolgen ter zake van (beroepsmatige) discriminatie. Op basis van het dossier zoals dit op dit moment aanwezig is, is het hof echter allereerst van oordeel dat de in aanmerking komende strafbare feiten verjaard zijn. Daarnaast is het hof van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om op grond van dit dossier een succesvolle strafvervolging van (een) individuele ambtena(a)r(en) van de Belastingdienst te kunnen baseren. Nog los van de vraag of nader onderzoek iets zal opleveren, acht het hof gezien de capaciteit die nodig is om zicht te krijgen op de door de individuele ambtenaren in de zaken van klagers verrichte handelingen en het toenmaals geldende beleid, de inzet van het strafrecht voor een dergelijk onderzoek niet aangewezen.

Read More
Print Friendly and PDF ^