Hoge Raad 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:223
De klager wordt ervan verdacht in zijn hoedanigheid van advocaat strafbare feiten te hebben gepleegd. Die strafbare feiten zou hij hebben gepleegd in samenwerking met zijn neef die in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught verblijft. Er is beslag gelegd op een iPad en notitieblokken tijdens het bezoek van de klager aan zijn cliënt in de EBI in Vught en op digitale gegevensdragers in het (voormalig) kantoorpand, de woning en de auto van de klager wegens verdenking van het vormen van crimineel samenwerkingsverband met die cliënt. In cassatie wordt geklaagd dat de rechtbank de behandeling van het klaagschrift, voor zover het betrekking heeft op de andere voorwerpen dan de in de EBI inbeslaggenomen iPad en notitieblokken, had moeten aanhouden en de stukken in zoverre in handen van de rechtercommissaris had moeten stellen. Daartoe wordt aangevoerd dat de rechtercommissaris ten aanzien van die overige voorwerpen nog niet had beslist of de officier van justitie van de inhoud daarvan mag kennisnemen. Dit middel slaagt.
Read More