Procesafspraken in fiscale strafzaak

Gerechtshof Den Haag 27 november 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:2927

In deze zaak is de verdachte in eerste aanleg veroordeeld voor belastingfraude. Verdachte is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tijdens het hoger beroep zijn procesafspraken gemaakt tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging, waarbij de verdachte akkoord ging met de bewezenverklaring van de rechtbank en de verdediging afzag van het indienen van onderzoekswensen. Het OM stemde op zijn beurt in met een strafvoorstel van een taakstraf van 240 uur, waarvan 100 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Faillissementsfraude: vereisten voor wettelijk oproepen bestuurder rechtspersoon voor geven van inlichtingen

Hoge Raad 3 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1113

In deze zaak gaat het om faillissementsfraude, waarbij de verdachte als bestuurder van een failliete rechtspersoon werd beschuldigd van het opzettelijk niet verschijnen en weigeren de vereiste inlichtingen te geven aan de curator. Dit vond plaats meerdere keren tijdens het faillissement. Daarnaast werd de verdachte ervan beschuldigd de wettelijke administratie- en bewaarplicht te hebben geschonden, wat de afhandeling van het faillissement heeft bemoeilijkt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beroep op schending nemo tenetur faalt

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 februari 2024, ECLI:NL:GHARL:2023:1968

De raadsman van de verdachte beriep zich op het nemo tenetur beginsel door te stellen dat de verdachte onder druk informatie had verstrekt aan de Belastingdienst, wat later in de strafprocedure tegen hem werd gebruikt. Het hof verwierp dit verweer. Anders dan de raadsman heeft betoogd is artikel 47 AWR niet aan de orde. Verdachte was op grond van artikel 9 AWR gehouden tot het doen van aangiften.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat is er nodig voor “bewegen tot” om tot oplichting te komen?

Hoge Raad 3 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1106

In deze zaak werd de verdachte beschuldigd van het oplichten van drie aangeefsters door hen te bewegen tot het afsluiten van telefoonabonnementen en het afgeven van de bijbehorende telefoons. De verdediging stelde dat er geen sprake was van oplichting, omdat de aangeefsters doorzagen dat er iets niet klopte en er onvoldoende sprake was van een "samenweefsel van verdichtsels" zoals vereist voor oplichting volgens artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Overtreding Wet natuurbescherming: geen oplegging straf nu verdachte niet intentie had om in strijd met wet te handelen maar ervan was overtuigd conform de regels te opereren

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 26 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2469

De verdachte is schuldig bevonden aan het opzettelijk doden van een damhert zonder de vereiste toestemming, in strijd met de Wet natuurbescherming. De verdachte werd vervolgd voor twee incidenten waarbij hij damherten had gedood op 26 april 2021 en 7 oktober 2021 in Burgh-Haamstede. Beide incidenten vonden plaats binnen de provincie Zeeland, waar een speciale vrijstellingsregeling van kracht is voor het doden van schadedieren zoals damherten, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder het verkrijgen van schriftelijke toestemming van de grondgebruiker.

Read More
Print Friendly and PDF ^