Uitspraken Hoge Raad over artikel 6 Wegenverkeerswet: nadere uitleg begrip ‘schuld’ en ‘roekeloosheid’

De Hoge Raad heeft op 15 oktober uitspraak gedaan in twee zaken over artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW): het zich zo gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of zwaar gewond raakt. De Hoge Raad geeft in de eerste zaak nadere uitleg aan het begrip ‘schuld’ en in de tweede zaak aan het begrip ‘roekeloosheid’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Faillissementsfraude: is in civilibus lager vastgesteld benadelingsbedrag grond voor herziening in strafzaak?

Hoge Raad 24 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1285

De verdachte in deze zaak is veroordeeld wegens – heel kort gezegd – faillissementsfraude. Aangevoerd wordt dat uit het arrest van de civiele kamer van het hof volgt dat het benadelingsbedrag aanzienlijk lager is dan waar in strafrechtelijke procedure vanuit is gegaan en dat strafkamer van het hof, zou het bekend zijn geweest met dit bedrag, lagere straf of geen straf aan aanvrager zou hebben opgelegd. Daarmee wordt volgens de Hoge Raad miskend dat onder “minder zware strafbepaling” als bedoeld in art. 457.1.c Sv moet worden verstaan strafbepaling met minder zware strafbedreiging. Oplegging door rechter van andere (minder zware) sanctie of achterwege laten van oplegging van sanctie valt daar niet onder.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: uitoefenen spreekrecht kan niet via kort geding (alsnog) worden afgedwongen

Hoge Raad 11 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1418

Verweerster vordert in dit kort geding een bevel aan de Staat (de officier van justitie) om hoger beroep in te stellen in een strafzaak waarin de verdachte is vrijgesproken en zij als slachtoffer gebruik heeft gemaakt van haar wettelijk spreekrecht. De politierechter heeft haar ter zitting in eerste aanleg ten onrechte beperkt in de uitoefening van dat recht en in een hoger beroep wilde zij alsnog onbeperkt van dat recht gebruikmaken. De officier heeft geweigerd om hoger beroep in te stellen omdat er volgens haar onvoldoende bewijs is voor een veroordeling. De voorzieningenrechter heeft de vordering tegen de Staat toegewezen en het hof heeft die beslissing bekrachtigd. In een eerder geëindigd tweede kort geding is een vordering van verweerster afgewezen om de Staat te verbieden het hoger beroep dat is ingesteld op grond van het vonnis van de voorzieningenrechter in dit kort geding, weer in te trekken. Het hoger beroep in de strafzaak is dus niet doorgezet. De beslissing van het hof in dit kort geding ziet dan ook alleen op de juistheid van de daarin in eerste aanleg gegeven beslissing.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting van VodafoneZiggo: vordering benadeelde partij niet-ontvankelijk

Rechtbank Noord-Nederland 24 september 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:3700

De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat naam bevoegd is om als vertegenwoordiger van VodafoneZiggo op te treden. Er bevindt zich geen machtiging in het dossier, noch een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit dit blijkt.

De rechtbank zal de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Procesafspraken in visfraudezaak

Rechtbank Oost-Brabant 1 oktober 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:4525

Verdachte heeft zich gedurende een langere periode en op structurele wijze schuldig gemaakt aan verschillende vormen van visfraude. De rechtbank heeft de gemaakte procesafspraken integraal gevolgd.

Read More
Print Friendly and PDF ^