Fraude in de vleeshandel: Vrijspraak enig aandeelhouder en bestuurder vanwege ontbreken wetenschap (veroordeling rechtspersoon en feitelijk leidinggevers)

Gerechtshof Amsterdam 8 november 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:3101

De Verdachte rechtspersoon heeft zich gedurende een periode van 3 jaar schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift, door het valselijk opmaken van haar bedrijfsadministratie. Dit deed zij door op grote schaal vlees zwart in te kopen en te verkopen. Om dit te verhullen heeft de Verdachte valse in- en verkoopfacturen opgemaakt. De valse facturen werden opgenomen in haar bedrijfsadministratie. Door aldus te handelen heeft de Verdachte samen met andere schakels in de productketen een systeem gehanteerd waarbij structureel te weinig belasting werd betaald waardoor de maatschappij is benadeeld. Verder heeft de Verdachte door aldus te handelen een bijdrage geleverd aan concurrentievervalsing en aantasting van de integriteit van het handelsverkeer.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontneming: HR herhaalt eisen voor vaststelling dat voldoende aanwijzingen bestaan dat andere strafbare feiten door betrokkene zijn begaan

Hoge Raad 12 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1514

Het gaat om profijtontneming uit illegale vogelhandel, waaronder uit in de strafzaak niet ten laste gelegde onderhandse verkoop van vogels. Zijn er “voldoende aanwijzingen” dat betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit onderhandse verkoop?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak voor verdenking van doxing

Rechtbank Rotterdam 4 december 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:12023

De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een 56-jarige man vrijgesproken van doxing. De man werd ervan beschuldigd persoonsgegevens van een officier van justitie en diens broer te hebben gedeeld op het sociale netwerk X (voorheen Twitter) met de bedoeling hen nadeel toe te brengen. De rechtbank oordeelde dat doxing niet bewezen is. De berichten zijn op X gezet vóór de invoering van de wet die doxing strafbaar stelt per 1 januari 2024. Het niet verwijderen van de berichten na deze datum kan niet worden gezien als strafbare verspreiding van de gegevens.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Overtreding Sanctiewet 1977: verdachte heeft met mededaders luchtvaartonderdelen via omzeilingsroutes aan een bedrijf in Rusland geleverd

Rechtbank Rotterdam 22 november 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:11674

De verdachte heeft samen met zijn mededaders zich schuldig gemaakt aan het overtreden van de Europese Sanctiewetgeving en heeft ook met zijn mededaders bewust en opzettelijk deelgenomen aan activiteiten die tot doel hebben om de verbodsbepalingen van de Europese Unie te omzeilen door gesanctioneerde luchtvaartonderdelen via nieuwe omzeilingsroutes op een slinkse wijze te leveren aan een Russisch bedrijf in Rusland. Daarbij gaat het niet alleen om handelsverboden voor militaire goederen, maar ook om andere handelsbeperkingen, zoals het verbod op de levering van goederen ten behoeve van de burgerluchtvaart.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Cassatie in het belang van de wet over DNA-onderzoek bij veroordeelden

Hoge Raad 19 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1694

Het uitgangspunt is dat bij iedere veroordeelde, zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (DNA-V), celmateriaal wordt afgenomen met het oog op het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. Alleen in de in artikel 2.1 sub a en sub b van de DNA-V genoemde gevallen kan dit bevel achterwege worden gelaten. Bij de beoordeling of de uitzonderingsgrond van artikel 2.1 sub b DNA-V van toepassing is, mag uitsluitend rekening worden gehouden met twee aspecten: i) de aard van het misdrijf en ii) de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd. Met de term ‘aard van het misdrijf’ wordt gedoeld op het type misdrijf waarbij DNA-onderzoek geen bijdrage kan leveren aan de opsporing. Volgens de wetsgeschiedenis is daarvan sprake bij misdrijven waarbij doorgaans geen celmateriaal wordt achtergelaten. Bepalend is of er sprake is van een type misdrijf waarvoor in het algemeen moet worden aangenomen dat DNA-onderzoek bij de opsporing ervan geen of slechts bij hoge uitzondering een rol kan spelen. In deze context kan men spreken van een abstracte beoordeling. Het is daarbij van belang dat de in de wetsgeschiedenis genoemde voorbeelden worden bezien tegen de achtergrond van de stand van de techniek op het moment van de totstandkoming van de DNA-V. Bij de toepassing van artikel 2.1 sub b DNA-V moet echter steeds worden uitgegaan van de mogelijkheden die de hedendaagse opsporingstechnieken bieden, zodat aan de in de wetsgeschiedenis genoemde voorbeelden minder betekenis toekomt.

Read More
Print Friendly and PDF ^