Beslag door EOM: verweer verworpen over disproportioneel beslag dat is gebaseerd op vervallen verdenkingen

Rechtbank Rotterdam 26 februari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:3470

De meervoudige raadkamer van de rechtbank Rotterdam buigt zich over een beklag ex artikel 552a Wetboek van Strafvordering, ingediend door drie klagers: een natuurlijk persoon en twee rechtspersonen. Het beklag richt zich tegen een door het Europees Openbaar Ministerie (EOM) gelegd conservatoir beslag op onroerende zaken en bankrekeningen. Het strafrechtelijk onderzoek richt zich op vermoedelijke grootschalige btw-fraude, het opmaken en gebruiken van valse facturen, valsheid in geschrifte en mogelijke deelname aan een criminele organisatie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM komt gedeeltelijk terug van nieuw beleid inzake toepassing strafbeschikking

Sinds 1 februari 2025 past het OM de strafbeschikking vaker toe bij veelvoorkomende vermogenscriminaliteit, zoals winkeldiefstal en heling. Deze intensivering heeft vragen opgeleverd, zoals ook is gebleken in het rondetafelgesprek van de commissie van Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer op 26 maart 2025. Hier is door het College op gereflecteerd en dit heeft aanleiding gegeven tot een aantal aanpassingen. 

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontneming: HR herhaalt overwegingen m.b.t. kosten die voor aftrek in aanmerking komen en motiveringsplicht voor rechter bij verweer dat bepaalde kosten bij schatting moeten worden afgetrokken

Hoge Raad 11 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:349

Bij de bepaling van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel kunnen slechts de kosten die in directe relatie staan tot het delict, gelden als kosten die voor aftrek in aanmerking komen. De wetgever heeft de rechter grote vrijheid gelaten of en, zo ja, in welke mate hij rekening wil houden met dergelijke kosten. De rechter is in het algemeen niet verplicht om de beslissing daarover te motiveren. Dat is anders als namens de betrokkene gemotiveerd en met specificatie van de betreffende posten het verweer is gevoerd dat bepaalde kosten bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel moeten worden afgetrokken. Dan moet de rechter bij verwerping van het verweer in zijn uitspraak gemotiveerd tot uitdrukking brengen hetzij dat de gestelde kosten niet kunnen gelden als kosten die in directe relatie staan tot het delict, hetzij dat zij wel als dergelijke kosten kunnen gelden maar dat zij – al dan niet gedeeltelijk – voor rekening van de betrokkene moeten blijven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat is nodig voor medeplegen aan oplichting?

Hoge Raad 18 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:328

De verdediging stelt dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten bij de exploitatie van de malafide webshops. De Hoge Raad verwerpt het middel, onder verwijzing naar de conclusie van de advocaat-generaal. Uit het bewijs blijkt dat de verdachte toegang heeft tot verschillende frauduleuze websites, waaronder [website 2].com, en actief bijdraagt door advertenties te plaatsen, bankpassen te regelen en chatcontact te onderhouden over de criminele activiteiten. Op zijn USB-stick zijn database dumps aangetroffen met gebruikersgegevens en sporen van de frauduleuze websites. De verklaring van een medeverdachte bevestigt dat via Skype werd afgesproken wie “de website draaide”. De verdachte deelt ook bankgegevens en biedt zijn geldezels aan. Deze handelingen vormen een substantiële bijdrage die verder gaat dan hulpverlening.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hof bevestigt functioneel daderschap: Eigenaar administratiekantoor, tevens eenmanszaak strafrechtelijk aansprakelijk voor omzetbelastingfraude werknemers

Gerechtshof Den Haag 25 maart 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:489

De verdachte is een natuurlijk persoon die als eigenaar en enig bestuurder van een eenmanszaak (bedrijf 1]) een administratiekantoor exploiteert. Binnen deze onderneming stuurt zij vijf à zes werknemers aan. Het kantoor verzorgt onder meer omzetbelastingaangiftes voor klanten. In deze zaak staat het administratiekantoor centraal in een omvangrijk fraudeonderzoek waarbij gedurende een periode van bijna drie jaar onjuiste aangiftes omzetbelasting zijn ingediend ten name van een klant, bedrijf 2, geleid door medeverdachte. De aangiftes zijn opgemaakt door twee werknemers van het kantoor, zonder dat de verdachte daarin direct betrokken lijkt te zijn geweest.

Read More
Print Friendly and PDF ^