Verzoek tot herziening na veroordeling voor passieve ambtelijke omkoping bij (gemeentelijke) energiemaatschappij

Hoge Raad 12 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1727

De verdachte is veroordeeld voor passieve omkoping en verschillende vormen van valsheid in geschrifte. Bij het overnameproces van de energieleveringstak van Rendo door Electrabel heeft verdachte, als algemeen directeur van Rendo, op eigen initiatief, een bedrag van in totaal exact 1 miljoen euro exclusief BTW gevraagd en ontvangen, zonder dat hier een reële prestatie tegenover stond. Aangevoerd wordt dat hof niet zou hebben bewezenverklaard dat aanvrager als ‘ambtenaar’ in de zin van art. 363 lid 1 (oud) Sr in bewezenverklaring genoemd geldbedrag zou hebben gevraagd en aangenomen, als hof ermee bekend was geweest dat N.V. niet netbeheerder was, dat aanvrager zich niet heeft beziggehouden met netbeheer en dat aanvrager niet directeur van B.V. aanstuurde en er strikte scheiding was tussen N.V., waarvan aanvrager algemeen directeur/statutair bestuurder was, en B.V. die in persoon van A een eigen directeur en verder een eigen Raad van Commissarissen had. Art. 457 lid 1 sub c Sv. Ook als wordt aangenomen dat in aanvraag gestelde juist is, volgt hieruit niet dat ernstig vermoeden als bedoeld in art. 457 lid 1 sub c Sv is gewekt. Hof heeft immers in strafzaak van aanvrager niet alleen vastgesteld dat aanvrager als bestuurder van N.V. de (eind)verantwoordelijkheid droeg voor onder die holding ressorterende besloten vennootschappen en hij directeur van B.V. aanstuurde, maar onder meer ook dat aanvrager in opdracht van gemeenten, die overeenkomstig statuten van die vennootschap alle aandelen hielden in N.V., belast was met uitvoering van Splitsingswet en hij in dat verband moest bewerkstelligen dat energieleveringstak van N.V. werd afgestoten. Bewezenverklaring houdt daarover in dat aanvrager € 1.000.000 heeft aangenomen ter gelegenheid van overname van aandelen van vennootschap door andere vennootschap. Bij die overname is B.V. niet betrokken. Bovendien heeft hof vastgesteld dat functioneren van aanvrager in overwegende mate werd beïnvloed door publiekrechtelijke lichamen en aanvrager onder toezicht en verantwoordelijkheid van (gemeentelijke) overheid stond.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Technisch sepot staat niet aan ontslag op staande voet in de weg: verschil in bewijswaardering in strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures

Hoge Raad 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1672

In de onderliggende zaak is de verzoeker ontslagen op staande voet wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag bestaande uit het vragen aan een passerende vrouw om zijn geslachtsdeel aan te raken terwijl hij een ontbloot onderlichaam had. Dit deed hij vanuit het bestelbusje waarin hij reed voor zijn werk. De vrouw heeft aangifte gedaan. Het OM heeft de zaak geseponeerd vanwege onvoldoende bewijs. De AG gaat in zijn conclusie uitgebreid in op verschil in bewijswaardering in strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures. Het feit dat het gedrag van werknemer strafrechtelijk gezien wellicht (net) geen schennis van de eerbaarheid oplevert, zelfs als dat komt door onvoldoende bewijs, betekent dit niet dat het feitencomplex in de civiele procedure niet kan komen vast te staan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG: Wanneer het schiften van verschoningsgerechtigd materiaal niet mogelijk is zonder kennisname van de inhoud, dient gehandeld te worden als wanneer bij een advocaat beslag wordt gelegd

Parket bij de Hoge Raad 8 december 2023, ECLI:NL:PHR:2023:1122

AG Harteveld heeft geconcludeerd in de zaak waarin prejudiciële vragen door het hof Den Bosch zijn gesteld aan de Hoge Raad over het verschoningsrecht. Het betreft één van de vele procedures tegen de Staat die voortvloeien uit de Box-zaak. De belangrijkste vraag is hoe moet worden gehandeld indien op enig moment blijkt of het vermoeden rijst dat zich tussen die gevorderde gegevens (in deze zaak: de bedrijfsadministratie van de vermogensbeheerder) materiaal bevindt dat valt onder het verschoningsrecht van de advocaat. De discussie gaat wel over de vraag of het uit die gegevens filteren van dit materiaal moet geschieden door of in opdracht van de rechter-commissaris, of onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: geen strafrechtelijke immuniteit Waterschap voor doden bevers

Hoge Raad 21 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1607

Voor zover het hof heeft overwogen dat voor het aannemen van immuniteit “beslissend [is] of de ten laste gelegde gedraging exclusief is in die zin, dat zij niet anders dan in het kader van een overheidstaak kan worden verricht”, heeft het miskend dat niet beslissend is of de gedraging niet anders dan in het kader van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak kan worden verricht, maar dat het erom gaat of deze gedraging – kort gezegd – in het kader van de uitvoering van die taak niet anders dan door bestuursfunctionarissen kan worden verricht. Het cassatiemiddel klaagt daarover op zichzelf terecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland: Is aan verdachte gerichte vordering ex art. 19 WED tot overleggen van gegevens in strijd met nemo tenetur-beginsel?

Hoge Raad 14 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1562

Hof heeft vastgesteld dat (i) politie verdachte heeft aangemerkt als verdachte van invoer van illegaal vuurwerk omdat minimaal één postpakket met illegaal vuurwerk voor verdachte op zijn adres was afgeleverd, (ii) postpakket afkomstig was van Poolse webshop voor professioneel, voor particulieren verboden vuurwerk, (iii) politie vervolgens verdachte via brief heeft ontboden voor verhoor en (iv) brief inhoudt: “Ik vorder u o.g.v. art. 19 WED alle gegevens, welke betrekking hebben op bestellen en ontvangen van vuurwerk, mee te nemen naar verhoor. Denk hierbij o.a. aan facturen, bestelbevestigingen, etc.”. Verder heeft hof geconstateerd dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen, waaraan hof conclusie heeft verbonden dat verkrijging van stukken afhankelijk was van wil van verdachte. Daarnaast heeft hof overwogen dat niet kon worden uitgesloten dat informatie die uit verzochte stukken blijkt in strafzaak tegen verdachte zou kunnen worden gebruikt. Voor zover het hof voor oordeel dat vordering tot verstrekken van stukken een schending van uit art. 6 EVRM voortvloeiende nemo tenetur-beginsel oplevert, mede beslissend heeft geacht dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen en verkrijging van stukken daarmee afhankelijk van wil van verdachte was, heeft hof maatstaf aangelegd die niet in overeenstemming is met beoordelingskader van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland.

Read More
Print Friendly and PDF ^