Hoe en wanneer wordt een ontnemingsvordering geldig aanhangig gemaakt?

Hoge Raad 5 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1572

De Hoge Raad stelt voorop dat het enkele feit dat de officier van justitie heeft nagelaten om tijdig op grond van artikel 311 lid 1 Sv het voornemen tot het indienen van een ontnemingsvordering kenbaar te maken, op zichzelf niet voldoende is om bij de betrokkene het gerechtvaardigde vertrouwen te wekken dat een ontnemingsvordering achterwege zal blijven. Om die reden kan aan dit enkele verzuim niet het rechtsgevolg worden verbonden dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk wordt verklaard in de ontnemingsvordering. Wel kan het nadeel dat de betrokkene heeft ondervonden door het verzuim om tijdig het voornemen kenbaar te maken aanleiding geven tot een vermindering van de betalingsverplichting. Een dergelijke vermindering is mogelijk wanneer, gezien het door de betrokkene geleden nadeel, het vormverzuim in het concrete geval zo ernstig is dat niet kan worden volstaan met enkel de constatering van dat verzuim.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hof Arnhem-Leeuwarden: (formeel) bestuurder van rechtspersoon zijn is niet voldoende om aangemerkt te worden als feitelijke leidinggever aan een door de rechtspersoon begaan strafbaar feit

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 oktober 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6700

Anders dan de rechtbank heeft gedaan spreekt het hof verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Het hof oordeelt dat als een verdachte (formeel) bestuurder is van een rechtspersoon dat nog niet voldoende is om hem of haar aan te merken als feitelijke leidinggever aan een door die rechtspersoon begaan strafbaar feit. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van feitelijke leidinggeven aan een verboden gedraging, moet ook kunnen worden vastgesteld dat sprake is van opzet op de verboden gedraging. Naar het oordeel van het hof kan niet worden vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk opzet op die verboden gedragingen had.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Procesafspraken in faillissementsfraudezaak en bijzondere voorwaarde maandelijks aflossen schuldeisers

Rechtbank Rotterdam 17 oktober 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:10712

De verdachte heeft als bestuurder van een failliete vennootschap opzettelijk niet voldaan aan de op hem rustende wettelijke verplichting om een volledige administratie van de vennootschap te voeren en deze te overleggen aan de curator. Hierdoor was het voor de curator niet mogelijk om het faillissement op juiste wijze af te wikkelen. Voorts heeft de verdachte aanzienlijke geldbedragen aan de boedel onttrokken terwijl hij wist dat hierdoor schuldeisers benadeeld werden. De procesafspraken houden onder meer in dat de verdediging geen verweren voert op de terechtzitting. De officier van justitie zal een werkstraf eisen van 240 uur, met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren, onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende de proeftijd maandelijks € 750,- aflost aan schuldeisers.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Haagse hof wijst vordering vermindering CO2-uitstoot door Shell af

Gerechtshof Den Haag 12 november 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2099

Het gerechtshof Den Haag heeft uitspraak gedaan in het hoger beroep tussen Milieudefensie en Shell. In dat hoger beroep ging het om de vraag of Shell haar CO2-emissies in 2030 met 45% moet hebben verminderd ten opzichte van 2019. Het Haagse hof oordeelt dat Shell is gehouden haar CO₂-emissies terug te brengen, maar kan niet vaststellen welk percentage daarvoor geldt. Het hof wijst de vorderingen van Milieudefensie daarom af.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Uitspraak HR over formele rechtskracht

Hoge Raad 12 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1621

De strafrechter is in beginsel gebonden aan een besluit van een bestuursorgaan of aan een onherroepelijke beslissing over dat besluit van de bestuursrechter. Alleen onder bijzondere omstandigheden kan die formele rechtskracht worden doorbroken. Bijvoorbeeld in de uitzonderlijke situatie dat zo’n besluit niet als basis kan dienen voor een strafrechtelijke veroordeling vanwege (strijdigheid met) fundamentele rechten of rechtstreeks werkend recht van de Europese Unie. Of als de wettelijke omschrijving van het delict ertoe dwingt dat de strafrechter zelf toetst of het besluit rechtmatig tot stand is gekomen.

Read More
Print Friendly and PDF ^