Kunnen overtredingen van de APV door klanten van autoverhuurbedrijf aan dat bedrijf worden toegerekend?

Raad van State 8 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1951

De Afdeling stelt vast dat de verboden gedragingen passen in de normale bedrijfsvoering van de vennootschap, omdat de vennootschap haar voertuigen ter beschikking stelt aan huurders ten behoeve van het door haar geëxploiteerde autoverhuurbedrijf. De vennootschap had de verboden gedragingen kunnen voorkomen door aan het gebruik daarvan vooraf voorwaarden te stellen en voorlichting te geven aan haar huurders over de regels die gelden binnen de gemeente Amsterdam voor het parkeren van voertuigen op openbare plaatsen. De vennootschap heeft als exploitant van een autoverhuurbedrijf niet de zorg betracht die redelijkerwijs van haar kon worden verwacht met het oog op het voorkomen van de verboden gedragingen, doordat zij geen gedragsregels over het parkeerbeleid van de gemeente Amsterdam heeft opgenomen in haar huurvoorwaarden dan wel door de huurders onvoldoende te instrueren over het geldende parkeerbeleid in de gemeente Amsterdam. In zoverre kon de vennootschap erover beschikken of de verboden gedraging kon plaatsvinden. De stelling dat de voertuigen meermalen per uur van plek kunnen veranderen en het parkeren op de openbare weg enkel kortdurend van aard is, ontslaat de vennootschap niet van haar verantwoordelijkheid. De Afdeling is daarom met de rechtbank van oordeel dat het college de vennootschap terecht als overtreder van het verbod in artikel 4.20, eerste lid, onder a, van de APV heeft aangemerkt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling boekhouder wegens niet betalen belasting: toepassing art. 9a Sr nu wetgever uitdrukkelijk het oog heeft gehad op kwaadwillende belastingschuldigen

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 april 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1378

Het hof stelt vast dat de verdachte aangifte heeft gedaan over de tenlastegelegde kwartalen en deze bewust en weloverwogen niet binnen de wettelijke termijn heeft betaald. Reden hiervoor was gelegen in het feit, zoals verdachte ter zitting in hoger beroep heeft verklaard, dat hij wilde voldoen aan de hem voor vier kinderen opgelegde kinderalimentatieverplichtingen, terwijl hij wist dat hij daardoor de op aangifte verschuldigde omzetbelasting niet kon voldoen. Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het strafbaar gestelde feit van artikel 69a, lid 1, AWR. Het hof overweegt dat de wetgever bij de invoering van artikel 69a AWR uitdrukkelijk het oog heeft gehad op kwaadwillende belastingschuldigen die bijvoorbeeld opzettelijk hun activa uit het zicht van de Belastingdienst brengen om belastingbetaling te vermijden en zich zodoende ten koste van de gemeenschap te verrijken. Het hof maakt uit de parlementaire geschiedenis op dat artikel 69a AWR niet is bedoeld voor (goedwillende) ondernemers die al dan niet tijdelijk in betalingsproblemen verkeren, waarvan in het geval van verdachte sprake lijkt te zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Een bedrijfsinspectie in het kader van de Awb en de toepasselijkheid van het nemo tenetur-beginsel.

Op welk moment in een bestuursrechtelijke procedure kan een overtreder met succes een beroep doen op het nemo tenetur-beginsel? En hoe dient het nemo tenetur-beginsel evenwel te worden geïnterpreteerd in een bestuursrechtelijke procedure? Deze vragen komen aan de orde in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2862.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering BP: HR over toekenning schokschade en vorderingen benadeelde partijen t.z.v. materiële schade wegens gederfd levensonderhoud

Hoge Raad 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:646

De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen m.b.t. vordering tot schadevergoeding waarmee degene die rechtstreeks schade heeft geleden door strafbaar feit zich als b.p. kan voegen in strafproces en gaat nader in op verplichting van strafrechter zich ervan te vergewissen dat partijen in voldoende mate in gelegenheid zijn geweest stellingen en onderbouwingen m.b.t. toewijsbaarheid van vordering b.p. genoegzaam naar voren te brengen. Ook herhaalt de Hoge Raad relevante overwegingen m.b.t. vergoeding van schokschade.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling aannemer van de eigenaar van de woning waar asbest is verwijderd door een niet-gecertificeerd persoon, verwerping AVAS-verweer

Gerechtshof Den Haag 30 augustus 2024, ECLI:NL:GHDHA:2023:1698

Verdachte is de (hoofd)aannemer van de eigenaar van de woning waar asbest is verwijderd door een niet-gecertificeerd persoon en wordt veroordeeld ter zake van medeplegen van een overtreding van een voorschrift zoals gesteld bij artikel 9.2.1.2. Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon tot een geheel voorwaardelijke geldboete van € 5.000. Van de Verdachte kan en mag worden gevergd dat het werk volgens daartoe gecertificeerde personen wordt uitgevoerd en dat ook op naleving daarvan wordt toegezien. Het werken met meerdere onderaannemers ontslaat de Verdachte niet van die verantwoordelijkheid.

Read More
Print Friendly and PDF ^