Europees Openbaar Ministerie zorgt voor toenemende werkstroom

Er is sprake van een toenemende Europese werkstroom bij de FIOD. Dat blijkt uit het jaarverslag van 2023 dat vorige week is gepubliceerd. Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) is sinds 2021 verantwoordelijk voor de bestrijding van fraude met EU-gelden. Dat raakt ook de FIOD door meer onderzoeken op het gebied van grootschalige btw-carrouselfraude, fraude met invoerrechten, subsidiefraude en het leveren van bijstand aan onderzoeken van andere lidstaten. De inschatting is bovendien dat deze nieuwe werkstroom toeneemt, naarmate het EOM verder ‘op stoom’ komt. Indien onderzoeken voldoen aan de criteria zoals door het EOM vastgesteld, is de FIOD verplicht deze onderzoeken uit te voeren.

Read More
, , , ,
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Tijd voor grenzen aan de gereedschapskist van de curator?

In dit artikel gaat de auteur in op de bewijslastverdeling tussen curator en bestuurder in bestuurdersaansprakelijkheidsprocedures op grond van art. 2:138/248 BW, waarbij ze tevens aandacht besteedt aan tegenstrijdig belang en biases van curatoren. Geïnspireerd door de ondernemingsrechtelijke tegenstrijdigbelangregeling, introduceert zij een behoorlijkheidsnorm voor curatoren bij het aansprakelijk stellen van bestuurders.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt mogelijkheden oplegging beroepsverbod

Hoge Raad 18 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:765

Ook een rechtspersoon kan een overeenkomstig het rechtspersonenrecht benoemde bestuurder van een rechtspersoon zijn (rechtspersoon-bestuurder). Dat brengt met zich dat een natuurlijk persoon die bestuurder is van een rechtspersoon-bestuurder, kan worden aangemerkt als ‘middellijk bestuurder’ van de rechtspersoon waarvan de rechtspersoon-bestuurder (onmiddellijk) bestuurder is, en van eventuele rechtspersonen waarvan die rechtspersoon weer bestuurder is. (Vgl. artikel 2:11 BW).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering BP: immateriële schade o.g.v. oogmerk tot toebrenging daarvan

Hoge Raad 18 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:836

Op grond van artikel 6:106, aanhef en onder a, BW heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van immateriële schade als de aansprakelijke persoon het oogmerk had om zodanige schade toe te brengen. In de totstandkomingsgeschiedenis is daarbij bijvoorbeeld gedacht aan het beschadigen of vernielen van een zaak met het oogmerk daarmee immateriële schade toe te brengen. (Vgl. HR 26 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2775.) Uit die totstandkomingsgeschiedenis volgt dat onder het hier bedoelde ‘oogmerk’ moet worden verstaan de bedoeling om een ander immateriële schade toe te brengen. Daarvoor volstaat niet dat de verdachte opzettelijk een situatie heeft geschapen waardoor aan de benadeelde partij immateriële schade is toegebracht (vgl. HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:868).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor handelen in strijd met de EVOA, Interseroh-arrest niet van toepassing

Gerechtshof Den Haag 4 juni 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:877

Verdachte heeft zich beziggehouden met de illegale overbrenging van vijf containers met afvalstoffen, te weten kraftzakken met een papieren laag en een kunststof laag, vanuit Nederland naar India. Verdachte was bezig deze kraftzakken zonder voorafgaande kennisgeving aan en toestemming van de bevoegde autoriteiten over te brengen terwijl dit wel verplicht was. Deze (voorgenomen) overbrenging was in strijd met de bepalingen uit de EVOA.

Read More
Print Friendly and PDF ^