Conclusie AG in zaak Weski over beoordeling verschoningsgerechtigd materiaal door geheimhoudermedewerkers politie

Parket bij de Hoge Raad 31 mei 2024, ECLI:NL:PHR:2024:581

De rechters-commissarissen die tot de inbeslagneming zijn overgegaan, hebben besloten de noodzakelijke schifting van stukken en gegevens ten aanzien waarvan het verschoningsrecht wel en niet moet worden gerespecteerd, op te dragen aan geheimhoudermedewerkers van de politie, onder leiding van de geheimhouderofficier van justitie, die alle niet bij het onderzoek zijn betrokken. De Advocaat meent dat bij deze gang van zaken onvoldoende is gewaarborgd dat hetgeen op grond van haar beroepsgeheim geheim moet blijven, geheim blijft. Zij vordert in dit kort geding een verbod op deze wijze van uitvoering van de schifting. De voorzieningenrechter en het hof hebben deze vordering afgewezen. Het cassatieberoep keert zich tegen deze beslissing van het hof.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Heeft de processtrategie (tijdens behandeling van strafzaak heeft klager niets gezegd over het goed) gevolgen hebben voor de ontvankelijkheid van een klager in zijn beklag tegen beslag?

Hoge Raad 14 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:691

Er bestaat geen grond om de klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beklag omdat hij, als verdachte, bij de behandeling van de strafzaak niet aan de orde heeft gesteld dat een inbeslaggenomen voorwerp niet is vermeld op de lijst als bedoeld in artikel 309 lid 1 Sv of, als het gaat om de behandeling van de strafzaak in hoger beroep, dat de rechter in eerste aanleg heeft verzuimd over een specifiek, op grond van artikel 94 Sv inbeslaggenomen voorwerp een beslissing te nemen als bedoeld in artikel 353 lid 1 Sv. Het is primair de verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie om de rechter in de strafzaak te voorzien van een volledige en correcte lijst als bedoeld in artikel 309 lid 1 Sv, om de rechter daarmee in staat te stellen overeenkomstig artikel 353 lid 1 Sv over alle op grond van artikel 94 Sv inbeslaggenomen voorwerpen een beslissing te nemen. Op die lijst moeten ook voorwerpen worden vermeld waarvan het beslag inmiddels is beƫindigd anders dan door teruggave daarvan, omdat de strafrechter ook daarover op grond van artikel 353 Sv nog een beslissing moet geven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Moet de inspecteur wijzen op het recht op rechtsbijstand?

Parket bij de Hoge Raad 26 april 2024, ECLI:NL:PHR:2024:457

Onlangs is een conclusie van AG Wattel gepubliceerd over onder meer de vraag of sprake is van een schending van art. 6 EVRM (het recht op een eerlijk proces). Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) blijkt niet duidelijk of bij fiscale boetes expliciet gewezen moet worden op het recht op rechtsbijstand, noch dat dit niet het geval moet zijn. Een tweestapsbenadering kan worden gevolgd: eerst wordt onderzocht of artikel 6 EVRM is geschonden, en zo ja, dan wordt nagegaan of de procedure nog steeds 'fair' is. Ook wordt besproken hoe de bewijslast verdeeld is bij een vermeende schending van artikel 6 EVRM: wie moet aantonen dat het verdedigingsbelang al dan niet geschaad is? Tot slot wordt opgemerkt dat er eerst verder feitenonderzoek moet plaatsvinden alvorens het verzoek van de staatssecretaris wordt ingewilligd om een 'advisory opinion' van het EHRM te verkrijgen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordelingen wegens grootschalige beleggingsfraude (piramidespel) met investeringsproducten van Quality Investments blijven in stand

De veroordelingen van twee verdachten wegens grootschalige beleggingsfraude blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Het gaat in deze zaken om een grootschalig piramidespel met investeringsproducten van Quality Investments. De Hoge Raad is van oordeel dat de cassatieklachten over de bewijsvoering van het hof niet slagen. Voor de redenen daarvoor verwijst de Hoge Raad naar de inhoud van de conclusie van de AG. Daarin staat kort gezegd dat de bewezenverklaring door de bewijsvoering voldoende is onderbouwd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering BP: HR over toekenning schokschade en vorderingen benadeelde partijen t.z.v. materiƫle schade wegens gederfd levensonderhoud

Hoge Raad 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:646

De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen m.b.t. vordering tot schadevergoeding waarmee degene die rechtstreeks schade heeft geleden door strafbaar feit zich als b.p. kan voegen in strafproces en gaat nader in op verplichting van strafrechter zich ervan te vergewissen dat partijen in voldoende mate in gelegenheid zijn geweest stellingen en onderbouwingen m.b.t. toewijsbaarheid van vordering b.p. genoegzaam naar voren te brengen. Ook herhaalt de Hoge Raad relevante overwegingen m.b.t. vergoeding van schokschade.

Read More
Print Friendly and PDF ^