Ontneming: HR herhaalt overwegingen m.b.t. kosten die voor aftrek in aanmerking komen en motiveringsplicht voor rechter bij verweer dat bepaalde kosten bij schatting moeten worden afgetrokken

Hoge Raad 11 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:349

Bij de bepaling van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel kunnen slechts de kosten die in directe relatie staan tot het delict, gelden als kosten die voor aftrek in aanmerking komen. De wetgever heeft de rechter grote vrijheid gelaten of en, zo ja, in welke mate hij rekening wil houden met dergelijke kosten. De rechter is in het algemeen niet verplicht om de beslissing daarover te motiveren. Dat is anders als namens de betrokkene gemotiveerd en met specificatie van de betreffende posten het verweer is gevoerd dat bepaalde kosten bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel moeten worden afgetrokken. Dan moet de rechter bij verwerping van het verweer in zijn uitspraak gemotiveerd tot uitdrukking brengen hetzij dat de gestelde kosten niet kunnen gelden als kosten die in directe relatie staan tot het delict, hetzij dat zij wel als dergelijke kosten kunnen gelden maar dat zij – al dan niet gedeeltelijk – voor rekening van de betrokkene moeten blijven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat is nodig voor medeplegen aan oplichting?

Hoge Raad 18 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:328

De verdediging stelt dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten bij de exploitatie van de malafide webshops. De Hoge Raad verwerpt het middel, onder verwijzing naar de conclusie van de advocaat-generaal. Uit het bewijs blijkt dat de verdachte toegang heeft tot verschillende frauduleuze websites, waaronder [website 2].com, en actief bijdraagt door advertenties te plaatsen, bankpassen te regelen en chatcontact te onderhouden over de criminele activiteiten. Op zijn USB-stick zijn database dumps aangetroffen met gebruikersgegevens en sporen van de frauduleuze websites. De verklaring van een medeverdachte bevestigt dat via Skype werd afgesproken wie “de website draaide”. De verdachte deelt ook bankgegevens en biedt zijn geldezels aan. Deze handelingen vormen een substantiële bijdrage die verder gaat dan hulpverlening.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over de meldplicht uit de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Hoge Raad 18 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:331

In deze economische strafzaak is een rechtspersoon veroordeeld voor het overtreden van de meldplicht uit artikel 47 Wvgs na een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het hof oordeelt dat visuele inspectie van de tank onvoldoende is om gevaar voor de openbare veiligheid uit te sluiten. De meldplicht geldt ook bij mogelijk gevaar, niet alleen bij daadwerkelijke schade. De klacht dat alleen een ILT-inspecteur hierover mag oordelen, wordt verworpen. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep op basis van de conclusie van de advocaat-generaal.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Phishing-fraude met behulp van valse betaalverzoeken: Is bank bewogen tot afgifte van geldbedrag?

Hoge Raad 18 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:333

Het hof heeft vastgesteld dat € 2,51 is overgeschreven van de bankrekening van aangeefster B naar een bankrekening die haar niet bekend was, en dat dit is gebeurd door misleiding via een phishinglink. De afgifte van het geldbedrag is dan ook tot stand gekomen door een valse voorstelling van zaken, waarmee de ING Bank – als houder van de tegoeden – is bewogen tot afgifte van dat geldbedrag. Dat het niet de rekeninghouder zelf is die handelde doet daar niet aan af: voor oplichting is beslissend dat het slachtoffer, in dit geval de bank, onder invloed van misleiding een vermogensbeschikking doet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag tegen beslag: wat als de verschoningsgerechtigde tussentijds komt te overlijden?

Hoge Raad 18 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:403

Tijdens een doorzoeking bij twee cliënten van een advocaat zijn in juni 2016 stukken en digitale gegevensdragers in beslag genomen. De advocaat diende kort daarna een klaagschrift in op grond van artikel 552a Sv, onder verwijzing naar zijn verschoningsrecht. De rechtbank verklaart het beklag deels gegrond en houdt de behandeling aan voor wat betreft de digitale gegevensdragers, waarvan inmiddels een digitale kopie is gemaakt door de politie. De originele gegevensdragers worden aan de cliënten teruggegeven. In januari 2024 verklaart de rechtbank het beklag alsnog niet-ontvankelijk, omdat de gegevensdragers zijn teruggegeven. De advocaat is op dat moment overleden.

Read More
Print Friendly and PDF ^