Zes uitspraken rond functioneel daderschap in het bestuursrecht

In de uitspraken van 31 mei 2023 over functioneel daderschap heeft de Afdeling bestuursrechtspraak haar rechtspraak over het overtrederschap genuanceerd.
Deze nuancering krijgt verder vorm in zes uitspraken die de Afdeling bestuursrechtspraak vandaag, op 24 januari, doet. Het gaat om zaken waarin de colleges van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Utrecht en Den Haag boetes hebben opgelegd aan eigenaren van woningen. Volgens de colleges van B&W zijn de woningen zonder vergunning onttrokken aan de woningvoorraad of omgezet in onzelfstandige woonruimte. Dat is in strijd met de Huisvestingswet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM niet-ontvankelijk in vervolging voor milieuvervuiling vanwege schending verbod van willekeur

Rechtbank Overijssel 18 december 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:5181

Ter terechtzitting is bepleit het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. In onderzoek Brandgans zijn zes verdachten gedagvaard, waaronder de Verdachte en zijn Onderneming bedrijf 1. De feitelijk leidinggevenden van de overige gedagvaarde ondernemingen zijn wel als verdachte aangemerkt geweest, maar tegen hen is geen vervolging ingesteld. De rechtbank overweegt dat het strafrechtelijk verwijt dat het OM de Verdachte en de bestuurders / leidinggevenden van de andere gedagvaarde rechtspersonen heeft gemaakt, in de kern vergelijkbaar is. De officier van justitie heeft aangevoerd dat zij de Verdachte heeft gedagvaard, omdat de Onderneming van de verdachte, in tegenstelling tot de andere ondernemingen, relevante justitiële documentatie heeft en de activiteiten die de Verdachte uit hoofde van zijn Onderneming ontplooit niet in de Kamer van Koophandel inzichtelijk zijn voor andere marktdeelnemers. De rechtbank is van oordeel dat deze motivering de beslissing om de Verdachte te vervolgen niet kan dragen. De Onderneming van de Verdachte is slechts een maal eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit, maar dit betreft een vonnis van 3 oktober 2022 van de rechtbank Overijssel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG: Wanneer het schiften van verschoningsgerechtigd materiaal niet mogelijk is zonder kennisname van de inhoud, dient gehandeld te worden als wanneer bij een advocaat beslag wordt gelegd

Parket bij de Hoge Raad 8 december 2023, ECLI:NL:PHR:2023:1122

AG Harteveld heeft geconcludeerd in de zaak waarin prejudiciële vragen door het hof Den Bosch zijn gesteld aan de Hoge Raad over het verschoningsrecht. Het betreft één van de vele procedures tegen de Staat die voortvloeien uit de Box-zaak. De belangrijkste vraag is hoe moet worden gehandeld indien op enig moment blijkt of het vermoeden rijst dat zich tussen die gevorderde gegevens (in deze zaak: de bedrijfsadministratie van de vermogensbeheerder) materiaal bevindt dat valt onder het verschoningsrecht van de advocaat. De discussie gaat wel over de vraag of het uit die gegevens filteren van dit materiaal moet geschieden door of in opdracht van de rechter-commissaris, of onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: geen strafrechtelijke immuniteit Waterschap voor doden bevers

Hoge Raad 21 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1607

Voor zover het hof heeft overwogen dat voor het aannemen van immuniteit “beslissend [is] of de ten laste gelegde gedraging exclusief is in die zin, dat zij niet anders dan in het kader van een overheidstaak kan worden verricht”, heeft het miskend dat niet beslissend is of de gedraging niet anders dan in het kader van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak kan worden verricht, maar dat het erom gaat of deze gedraging – kort gezegd – in het kader van de uitvoering van die taak niet anders dan door bestuursfunctionarissen kan worden verricht. Het cassatiemiddel klaagt daarover op zichzelf terecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland: Is aan verdachte gerichte vordering ex art. 19 WED tot overleggen van gegevens in strijd met nemo tenetur-beginsel?

Hoge Raad 14 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1562

Hof heeft vastgesteld dat (i) politie verdachte heeft aangemerkt als verdachte van invoer van illegaal vuurwerk omdat minimaal één postpakket met illegaal vuurwerk voor verdachte op zijn adres was afgeleverd, (ii) postpakket afkomstig was van Poolse webshop voor professioneel, voor particulieren verboden vuurwerk, (iii) politie vervolgens verdachte via brief heeft ontboden voor verhoor en (iv) brief inhoudt: “Ik vorder u o.g.v. art. 19 WED alle gegevens, welke betrekking hebben op bestellen en ontvangen van vuurwerk, mee te nemen naar verhoor. Denk hierbij o.a. aan facturen, bestelbevestigingen, etc.”. Verder heeft hof geconstateerd dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen, waaraan hof conclusie heeft verbonden dat verkrijging van stukken afhankelijk was van wil van verdachte. Daarnaast heeft hof overwogen dat niet kon worden uitgesloten dat informatie die uit verzochte stukken blijkt in strafzaak tegen verdachte zou kunnen worden gebruikt. Voor zover het hof voor oordeel dat vordering tot verstrekken van stukken een schending van uit art. 6 EVRM voortvloeiende nemo tenetur-beginsel oplevert, mede beslissend heeft geacht dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen en verkrijging van stukken daarmee afhankelijk van wil van verdachte was, heeft hof maatstaf aangelegd die niet in overeenstemming is met beoordelingskader van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland.

Read More
Print Friendly and PDF ^